De briefwisseling van P.C. Hooft. Deel 2
(1977)–P.C. Hooft– Auteursrechtelijk beschermdTweede deel
Regelnummers proza verbergen
| |
[pagina 618]
| |
688 Erntfeste Hoochgeleerde Wijse zeer discrete Heere Pieter Hooft Drost van Muyden wonende tot Amsterdam port1 Erntfeste zeer discrete Heere
2 Ick hebbe ue missive in date den xiiij martii voorleden ontfangen 3 dient daerop voor antwoordt, dat ick dienvolgende de presentatieGa naar eind3 4 in reauditie van wegen Abraham gijsen ende Crijn MaertenssenGa naar eind4 5 buyrluyden tot Hilversom requiranten in cas van reauditie op ende 6 iegens ue als gerequireerde gedaen hebbe geaccepteert, ende es 7 dienvolgende bij thoff geordt datte voorn requiranten opten xxiiij 8 april toecomende wesende dynsdachs post secundam naede ieghen-Ga naar eind8 9 woordige vacantie van paesschen sullen compareren in parsoon ende 10 aldaer aenhooren soedanigen eijsch ende conclusie als ue iegens haerGa naar eind10 11 sal willen doen ende nemen, ende voorts aldaer te blijven ter tijtGa naar eind11 12 ende wijle toe bijden hove opt versoeck van ontslaginge vandeselve 13 parsoenele comparitie bijde voorn requiranten te doen bijden e hoveGa naar eind13 14 sal weesen gedisponeert ende aldaer dan voorts te procederen als 15 naer behooren in conformite vande voors gedane presentatie ende 16 acceptatie, wilt oversulcx in bedencke nemen oft niet noodich es 17 dat ue iegens dien dach goets tijts maeckt hijer te zijn ofte een dachGa naar eind17 18 te raemen omme de gelegentheijt vande saecke metten adt Strijen 19 wat naeder in communicatie te leggen, ende voorts te raemenGa naar eind19 20 soedanige eijsch ende conclusie als ue te raden vinden sult aengaendeGa naar eind20 21 de saecke van ue iegens Nicolaes Sohyer soe hij procedeert recom- 22 mandeere ick ue ondertusschen te doen visiteren het debath bijdenGa naar eind22 23 Heere Advocaet Clouck ue over lange toegesonden, hijermede zijt 24 den almogenden Heere bevolen. 25 geschreven metter haest in Sgravenhage den vij april 1635. 26 UE dienstwillegen 27 R. Vander Burch.
Robrecht (Robbert) Verburch, (VerBurch, Van der Burch), procureur voor het Hof van Holland en de Hoge Raad, schrijft een zakelijke telegramstijl, bijna | |
[pagina 619]
| |
zonder leestekens en altijd ‘metter haest’. Hij onderstreept grote stukken van zijn brieven. Die worden hier niet cursief gezet. Naast de Brusselse processen over het majoraat (vgl. 294 B) liepen er sedert 1630 twee processen in Den Haag tussen Leonora's zwager Nicolaes Sohier († 1642) en de erven Susanna Hellemans-van Surck. Sohier's vrouw, Leonora's oudste zuster Susanna, was begin september 1625 overleden. Van haar twee kinderen bleef alleen de zoon Constantijn in leven. Zij had bij testament en latere onderhandse akten haar man uitermate bevoordeeld, wat de familie kwalijk nam, gezien de zeer grote bruidsschat die haar moeder haar had meegegeven. De moeder maakt nu testamentaire bepalingen waardoor Sohier zoveel mogelijk uitgesloten wordt, zowel als executeur als als beheerder van het erfdeel van Constantijn, waarvan een fideicommis gemaakt wordt. Na het overlijden van Susanna Hellemans-van Surck eist Sohier het overleggen van de inventaris en bovendien die van de nalatenschap van zijn schoonvader Arnout Hellemans († 1599), die diens kinderen niet eens bezaten. Hij begint dan over deze beide zaken een proces. In beide wordt zijn eis hem door het Hof ontzegd bij vonnis van 4 februari 1633. Reeds 16 februari d.a.v. tekent hij hoger beroep aan bij de Hoge Raad; deze eist indiening van een schriftelijk verslag van het proces voor het Hof. Bij vonnis van 22 december 1637 worden beide eisen toegewezen. Vgl. echter 970. Verburch schrijft verder over een tegen Hooft ingediende eis van twee Hilversummers. N.B. Om hem duidelijk te onderscheiden van Jacob van der Burg wordt zijn naam altijd Verburch geschreven.Ga naar eind+ |
|