De briefwisseling van P.C. Hooft. Deel 2
(1977)–P.C. Hooft– Auteursrechtelijk beschermdTweede deel
Regelnummers proza verbergen
| |
[pagina 468]
| |
603 A Monsieur, Monsr Joost Baak, bij 't oudemannenhujs, in No 3, tot Amsterdam.(Baak: Muyden 2 Octobr 1633 ontf. en beantw 3 dito) Loont.
1 Monsr mon Frere,
2 Lang heb ik gewaekt met reizen en rotsen: nu beginne tot rust teGa naar eind2 3 geraeken. Maer deze slaep is werklijker dan 't waeken, ende komtGa naar eind3 4 UE bij wijlen in zijne bezigheit wederom steuren. Op gister vanGa naar eind4 5 Iselstein door Ujtrecht keerende, bewelkoomde mij mijn Neef 6 Kindt met een' tijding, de grootste daer in een' eewe van gehoortGa naar eind6 7 moght zijn. Te weeten dat de Heer van Bodek hem verzekerde, hoe, 8 bij drie achtervolghende eighe booden, bevestight wert, en de 9 maghtighe versleghenht van de Keulenaers gelooven deed, datGa naar eind9 10 d'Overste Walstein, met zijn gansch heir, den Kaizar af, en denGa naar eind10 11 Evangelischen toegevallen was. Helpt mij ujt dezen droom. Want 12 het dunkt 'er mij een: meer nochtans om de grootte der zaeke, dan 13 om de kleente der waerschijnlijkheit. Want de bedenkingen die mijGa naar eind13 14 hier op voor dezen in 't hooft gespeelt hebben, waen ik over een' 15 wijle van mij aen UE geschreven te wezen. Nu melden noch 16 d'Italiaensche loopmaeren, van swaer misnoeghen, dat de riddersGa naar eind16 17 van dien Landaert hadden, over de gangen van Walstein; ende van 18 's Kaizars toeleg om hem den voet te lichten. Veele andere baekenGa naar eind18 19 koomen hier op over een. Want hij is gehoont, en verdraeghenGa naar eind19 20 geweest van zijn bewindt. Daer nae heeft men hem weder aenge- 21 nomen, ende hij zich niet beweghen laeten, dan door voorwaerden, 22Ga naar margenoot+ zeidt de Sweedsche soldaet, die niet min en moghten, dan zijnenGa naar eind22 23 meester in de krop steken. Namelijk hij bedong 't oppergebiedtGa naar eind23 24 over alle 's Kaizars waepenen: ende dat zelf de koning der Honga- 25 ren, niet oft zeer weenigh tijds in zijn legher zoude moghen ver- 26 blijven. Dies is 't hem licht gevallen Oversten en soldaeten op zijn' 27 handt te winnen, en alle achtbaerheit t'hemwaerts te trekken. OftGa naar eind27 28 hij de wil hebben zal, laet ik daer. Vast gaet het, mijns oordeels, datGa naar eind28 29 het hem open staet, zich ujt mombardije te stellen, ende eenen vandeGa naar eind29 30 Grootsten in Europe te maeken: ende dat zonder noodt van vreezeGa naar eind30 31 voor kanskeering. Wederstaet hij die bekooring, men magh vanGa naar eind31 32 Duitsche trouw, en de Kaizar van geluk spreken. In lange verlangdeGa naar eind32 33 mij niet nae den ujtgank van een werk als dit. Waer over, zoo mijGa naar eind33 | |
[pagina 469]
| |
35 de gunste gebeurt van toelichting in deze schemering, 't zal eenGa naar eind35 36 knoop te meer zijn aen de verbintenissen, 37 Monsr mon Frere, van 39 U E 40 Reedsverplichten dienstwsten broeder 41 P C Hóóft. 40 Uit mijn Toorentjen. 41 2 Oct. 1633.
Over mogelijk verraad van Wallenstein. |
|