De briefwisseling van P.C. Hooft. Deel 2
(1977)–P.C. Hooft– Auteursrechtelijk beschermdTweede deel
Regelnummers proza verbergen
| |
[pagina 467]
| |
602 (W. Blaeu aan P.C. Hooft.)
1 Erntfeste wijse zeer voorsienige Heere. 2 Hoe hoogh mijn Heer de Groot bij u E, en uwe E bij hem geacht 3 is, weet ick uijt uwe beijder monden. Daerom, dewijl u E, nevens 4 veel goede patriotten, zijn tegenwoordigheijt met hertenleet moet 5 derven, heb ick dit zijn afbeeldsel, uijt mijn druckerij voortge-Ga naar eind5 6 comen, u E, gelijck aen meer andere zijne beste vrienden, willenGa naar eind6 7 mededelen, niet twijfelende, of ten zal om zijnen 't wille aengenaemGa naar eind7 8 zijn. In schrijven onlangs van hem ontfangen, begeert hij dat ick 9 zijne groetenisse zal doen aen sommige goede vrienden, insonder- 10 heijt aen d'Heer Hooft, gelijck ick hier mede van zijnen 't wegen 11 doe. eijndende beveel ick u E, na behoorlijcke gebiedenissen, inde 12 bescherminge des Almachtigen, en mij in uwe goede gunst, blij- 13 vende altijt uwe dienstwillige Neeff 14 t Amsterdam den 15 23 Septembris 1633. 14 Willem Blaeu.
Willem Jansz. Blaeu, de beroemde drukker, stuurt Hooft en andere vrienden een portret van Grotius, ‘voortgekomen uit’ zijn drukkerij. Vgl. 18, 104, 232. |