De briefwisseling van P.C. Hooft. Deel 2
(1977)–P.C. Hooft– Auteursrechtelijk beschermdTweede deel
Regelnummers proza verbergen
| |
[pagina 383]
| |
556 Aen de Heer Mijn Heere Hooft Drossaert Tot Muijden --- op de keijsers graft naest de Valckenier over de groenlantsche pack huijsen, Tot Amsterdam.port met een doos (Hooft: 22 nov. 1632)
1 Mijn Heer ----
2 Die zijn weldaet roudt, die en streckse niet: maer dit roudt mijGa naar eind2 3 datju dus lang bekommer sijt geweest met een verliefde HerosGa naar eind3 4 sorgh, voor 't blijven van het geen dat al soo zeer naar ue haeckt,Ga naar eind4 5 als ghij verlangen moecht 't wert door zulcken lust gedreeven,Ga naar eind6
raeckte schip en mensch om 't leeven,
't goet souw in u handen,
stranden -
10 siet hier dan, het geen ghij vierich begeerden, wert u eijvrichGa naar eind10 11 gejondt; ick heb dapper besich geweest met snijen, de eerste is 12 gebroecken en ock het duijts zijn te veel letteren, wil soo wel nietGa naar eind12 13 vallen, het stont te krivelich heb daerom het latijn gekoorenGa naar eind13 14 onse bruijlofts verjaering is den 26 deeser maent mijn Krombalch 15 sal ue haest bij koomen volgens ue begeeren, dan ick wenste welGa naar eind15 16 dat het anders was, en ue nevens mij bedancken voor de aenge-Ga naar eind16 17 naeme persen en andere leckerheeden, met geldt en goede woorden,Ga naar eind17 18 wij blijven ue vrinden 19 Tesselscha Roemers 20 hertelijcke groetenisse aen me Vrouw Heleonora en Juffrouw 21 Susanna ---- 22 wij bedanken ue zeer voor de patrijsen die ons zeer wel te passe 23 quamen | |
[pagina 384]
| |
Tesselschade heeft de gevraagde roemers gegraveerd. |
|