vertaling
Mijnheer mijn Broeder,
Hoewel wij ons hier nagenoeg buiten de gezichtseinder van het nieuws bevinden, toch heeft het noodlottige bericht van de verwoesting van Maagdenburg niet nagelaten hier gerucht te maken. De tegenstrijdigheden zijn een schrale troost, want die ontbreken bij vers nieuws nooit, en gewoonlijk weten de slechte berichten niet te liegen. Maar toch - ware het niet dat ik vreesde geloof te hechten aan wat door mijn eigen vurige wensen ingegeven wordt - zou ik geneigd zijn te geloven, om de waarheid van het feit in twijfel te kunnen trekken, dat de omstandigheden die ons geschilderd worden het weinig waarschijnlijk maken. Want waarom een zeer schone, befaamde stad te verbranden en zich zo'n nijd op de hals te halen, zonder enig nut, zelfs tot zijn schade, omdat het betekent zichzelf het gemak van zulk een onderdak voor de soldaten te ontnemen? Even weinig raadzaam lijkt het, de soldaat zo'n totale uitplundering toe te staan, zo goed als onder de ogen van de Zweedse koning, als het waar is dat die zo dichtbij is, zoals de laatste berichten zeggen. Als men beweert dat het vanwege het voorbeeld is, opdat de andere steden zich niet tot dit uiterste zullen verzetten, dat had de vijand anders kunnen aanpakken, en de inwoners evenmin sparen, nl. door ze allemaal over de kling te jagen of te verjagen, en de stad te herbevolken met mensen die hem geheel toegedaan zijn. Dat zou een volksplanting zijn die de buren, zonder kosten, in bedwang hield. Voor óns zou de stad in totaal verwoeste staat, helemaal in de as gelegd, meer waard zijn! Maar dat alles onwaar is, geve God, die ik bid u in de volkomenheid van voorspoed te behouden, en in uw gunst,
Mijnheer en Broeder,
voor altijd uw nederigste en toegenegen broeder
P C Hóóft.
Van het Huis te Muiden, 1 juni 1631.