De briefwisseling van P.C. Hooft. Deel 2
(1977)–P.C. Hooft– Auteursrechtelijk beschermdTweede deel
Regelnummers proza verbergen
| |
[pagina 155]
| |
433 Aen den H. Adt Graswinkel.1 Mijn' Heer,
2 Deze dient tot gelejde van Firmianus a Strada, volghends ons laesteGa naar eind2 3 gesprek in den Haeghe, toen ik, mits de kortheit van dien, ende 4 mijn' onverschoonlijke vergetelheit, gelaeten heb UE te betujghen 5 wat troost en eere mij geweest is zoo welkoom een' schenkaedje 6 als UE Libertas Veneta, een licht verdienende gestelt te wordenGa naar eind6 7 tussen de twee zuilen van San Marco en San Th<e> odoro, opGa naar eind7 8 eenen kandelaer van gelijke stof en maxel. Dies danke UE alsnuGa naar eind8 9 ten hooghsten, bejde voor gift en leening: ende zal mijne gehoude-Ga naar eind9 10 nis in haer te bondigher zijn, zoo mij gebeuren magh te zien, endeGa naar eind10 11 voor eenighe maenden te genieten den voors Firmianus met denGa naar eind11 12 hoofde met al. Indien UE mij dezer gunste verwaerdight, gelieveGa naar eind12 13 hem te richten aen mij alhier op de Kajzarsgraft tegens over de 14 Groenlandsche pakhujzen. In welke hoop zich op 't ootmoedighste 15 t'haerwaerts gebiedt, 16 Mijn' Heer, 17 U E 18 Verplichte toegeneghe dienaer 19 P C Hóóft. 18 Ujt Amsterdam, den 19 20en van Grasmaent 1631.
Hooft zendt een werk van Famianus a Strada en verontschuldigt zich erover, dat hij Graswinckel nog niet bedankt heeft voor de toezending van zijn Libertas Veneta / sive Venetorum in se ac suos imperandi ius. / Affertum contra Anonymum Scrutinii Scriptorem (Leiden 1634). Hij verzoekt Strada nog enige maanden te leen te mogen hebben. De Delftenaar Dirk (Theodorus) Graswinckel, 1600-1666, was een bekwaam jurist, diplomaat, ridder van S.Marco wegens het verdedigen van Venetië's rechten tegenover Savoye (zie boven). Latijns dichter. Sedert 1647 advocaat-fiscaal van de grafelijkheidsdomeinen in Holland. |
|