De briefwisseling van P.C. Hooft. Deel 2
(1977)–P.C. Hooft– Auteursrechtelijk beschermdTweede deel
Regelnummers proza verbergen
| |
[pagina 126]
| |
415 A Monsieur, Monsr Joost Baak, bij 't oudemannenhujs, in No 3. tot Amsterdam.(Baak: Muyden 20 Octobr 1630 beantw 29 derselve) Loont.
1 Monsr et frere,
2 Wat ick den H. Huighens zende kan UE ujt den ingesloten, on-Ga naar eind2 3 gesloten verneemen. Maer UE gelieve denzelven te slujten eer hij 4 voortsgaet, op dat zijn' Ed. misschien niet quaelijk en neeme, dat 5 ick met zoo valsch een loodt, bij anderen zijnen diamant tot eenGa naar eind5 6 instal breng. De weêrgaê vande rijmen zend ick hier bij, op datzeGa naar eind6 7 UE met gemak lezen moghe. 'T is de klad, ende zouder UE zonderGa naar eind7 8 't ander, moghelijk niet door geraken. Ick hadze daernae garen 9 weder t'hujs, met een afschrift van elk. Maer gelieve verdacht te 10 zijn, dat de klad niet in plaets van 't net nae den Haeghe raeke. 11 Mon frere Bartolot was mij dezen naemiddagh bezoeken, met 12 eenen brief ujt Madril van den Abt Scaglia, die den Hartoghe van 13 Savoyen, eertijds voor Ambassadeur, in Vrankrijk gedient heeft, 14 geschreven den 22en Sep. ende meldende onder 't voorneemste, 15 dat de ziekte van Spinola, aldaer veel te denken gaf, Casal be-Ga naar eind15 16 langende. Nu schrijftmen van Antwerpen, dat hij morsdoodt is: 17 want dus lange en heeft niet gelaten te spartelen. De 36 tonnenGa naar eind17 18 schats bij den Koning aengetast van 't koopliên goedt, zijn zij gladtGa naar eind18 19 quijt voor d'eene helft. D' andere wort hun belooft weder te be- 20 talen op d'inkoomst der twee eerste vlooten. Men weet daer raedsGa naar eind20 21 genoegh om gelt, ende licht 'er veel volx. Niettemin andren 22 schrijven datter gehandelt wort van de zilvere munt twaelf tenGa naar eind22 23 hondert te verlichten. Dit 's geen teken van ruimte. Maer mij vergat 24 hier boven dat de voors abt bekent, dat de voortgank der Françhoi-Ga naar eind24 25 zen den Spanjaert de meeste bekommering maekt. Waer ujt te 26 speuren is, dat zij hunnen tijdt met geen vlieghen vanghen toe-Ga naar eind26 27 gebraght hebben. Want deze man is quaedt Fransch, ende zal hunneGa naar eind27 28 zaken, boven waerheit, niet verheffen. De Duitsche beweeghenissenGa naar eind28 29 achtmen daer luttel; maer dat ujt de daghvaert van Reghensbergh,Ga naar eind29 30 nieuwe beleidingen zullen broeijen. God geeve, ten besten, endeGa naar eind30 31 houde UE met alle de zijne in genaede bevolen, nae groete ende 32 gebiedenis | |
[pagina 127]
| |
33 Monsr et frere, van 33 U E 34 gansdienstwen broeder 35 PCHóóft. 35 Vanden Hujze te Mujden 36 20 Oct. 1630
Hooft stuurt Baak 414 met de twee bijlagen, voor Huygens. Hij zendt bovendien de kladden der gedichten, zodat Baek ze op zijn gemak kan lezen; aan de hand van de voor Huygens bestemde afschriften zal hij ze wel kunnen ontcijferen. - G. Bartolotti heeft Hooft een brief getoond van de abt Scaglia (vgl. 660, 675, 683, 732, 760) uit Madrid, met nieuws. Uit Antwerpen komen nadere berichten over de van de kooplieden geëiste schatting en een devaluatie van de zilveren Spaanse munt. Enz. |
|