De briefwisseling van P.C. Hooft. Deel 2
(1977)–P.C. Hooft– Auteursrechtelijk beschermdTweede deel
Regelnummers proza verbergen
| |
[pagina 110]
| |
406 Eerentfeste, voorziene seer discrete Heere Joost Baack. Coopman T Amsteldam.P.
1 Mijn Heer;
2 Dewijl sich U.E. beleeftheit opde Poste geleght heeft tuschen hierGa naar eind2 3 en Muijden, soo laet dit paer vreemdelingen een' ure bij haerGa naar eind3 4 peisteren. De He Hóóft, die 't soo geschickt hadde, staet borgheGa naar eind4 5 voor 'tgoed onthael. Dat het mij onlanx niet en heeft gebeurenGa naar eind5 6 moghen, is een der dagelicksche ongelucken van mijn geluckGa naar eind6 7 geweest. Sij gaen voorde sweep, die 't hof toe behooren: behalvenGa naar eind7 8 dat ten selven tijde U.E. elders te verschijnen hadd. Bijde naesteGa naar eind8 9 gelegentheid hope ick mij dier schade te wreken, ende U.E.Ga naar eind9 10 mondeling te moghen versekeren dat ick ben 11 Mijn Heer;
12 U.E. dienstwe vrund 13 C Huygens.
14 's Gravenhage, den 15 8en Octob. 1630.
16 In 't pacquet aenden He Hooft, is ijet Latijnsch, van mijn jongsteGa naar eind16 17 droomen. Ick hadd het ongesegelt gelaten, als U.E. daermedeGa naar eind17 18 vermaeckt hadde konnen werden.
Huygens zendt, volgens Hooft's aanwijzing, aan Baak de voor Hooft bestemde exemplaren van Conestaggio en Giustiniani en drukt zijn spijt uit over de mislukte ontmoeting tussen Baak en hem. Een gedicht (Laura latroni) zou hij open hebben ingesloten als Baak daar genoegen aan had kunnen beleven (zelf-kleinering). |
|