De briefwisseling van P.C. Hooft. Deel 2
(1977)–P.C. Hooft– Auteursrechtelijk beschermdTweede deel
Regelnummers proza verbergen
| |
[pagina 49]
| |
Met een mande.
1 Monsr et frere,
2 Op eergister avont schreef ick UE laest, 't geen, hoope, wel terGa naar eind2 3 handt geraekt ende behartight zal zijn. Op morghen zal ick den 4 metselaer verwachten, oft ten minsten bescheidt wanneer hij voor 5 zeker hier zal zijn: gemerkt UE laest scheen te twijffelen aen zijn' 6 woorden. De prujmen waeren d'andre rejze zoo wel te nat alsGa naar eind6 7 d'eerste, die ick duchte luttel ooghgezien overgekomen zijn. DeGa naar eind7 8 geene die hier bij gaen, zijn heden tussen de droppen door geloopen:Ga naar eind8 9 meest al witte, niet zoo goedt als ick die wenschte, om dat de rijpste, 10 mits den reghen ten deel aenden boom verrot, ten deel, door 't 11 gezelschap van zuster, zusterskinderen ende eenighe anderen zoo 12 nu zoo dan, zijn ujtgepikt. Die van Damasco zijn nojt quaelijkerGa naar eind12 13 geslaeght. UE gelieve aen 't goedt hart te genoeghen, waer ujt wijGa naar eind13 14 dezelve vruntlijk gegroet, den almoghenden, met alle die UE lief 15 zijn, bevolen laten, nevens gebiedenis van 16 Monsr et frere, 17 U E 18 Gansdienstwen Broeder 19 P C Hóóft. 20 In haest, vanden Ht 21 Mujden, 25 Aug. 1630.
Lopende zaken. |
|