De briefwisseling van P.C. Hooft. Deel 2
(1977)–P.C. Hooft–
Auteursrechtelijk beschermdTweede deel
|
Regelnummers proza verbergen
| |
[pagina 24]
| |
372 A Monsieur, Monsr Joost Baek, bij 't oudemannenhujs, in No 3. tot Amsterdam.(Baek: Muijden 11 Augti 1630 beantw 12 ditto -) Loont.
1 Monsr mon frere,
2 D'uwe van gisteren ende eergisteren, mitsgaeders de koomste van 3 Claes den Metselaer alhier, hebben mij doen blijken UE vlijtGa naar eind3 4 daer toe aengewent. Ick heb met hem van verscheide bedenkingen 5 op het werk vallende gehandelt, ende entlijk beslooten in wat wijzeGa naar eind5 6 't zelve dient voltrokken, doch met hem ben niet slotsgewijsGa naar eind6 7 overkoomen, alzoo 't houtwerk hier door den gewoonlijkenGa naar eind7 8 timmerman liefst gemaekt had, die nu van mij daer op gehoort is, 9 zulx wij 't genoeghzaem eens zijn. Ende naerdien ick voor deez'Ga naar eind9 10 tijdt niet ujt kan, als elke ujre, volk verwachtende, zal mij ver-Ga naar eind10 11 stouten UE de moejte te verghen, van met hem te overkomen ujt 12 mijnen naeme, om alle 't metsel ende steenwerk te maken in 13 maniere, als 't bestek hier nevens gaende, medebrengt. Ick zendeGa naar eind13 14 UE met eenen zijn briefken vande beraeminge der kosten in 't 15 geheel. Den vollen eisch van 't welke beloopende gl 650, als menGa naar eind15 16 hem toestonde, ende voor 't timmermans werk, 't welk hij begroot 17 op 60 oft 70 gl ten hooghsten, tzamt de loode goote gewaerdeertGa naar eind17 18 bij hem op 36 gl, aftooghe gl 106, zoo zoude zijne beraeminge 19 blijven, op 't ujterste genoomen, gl vijfhondert vierenveertig. VoorGa naar eind19 20 de welke, indien hij 't aenneemen wil, te leveren, naerkomendeGa naar eind20 21 mijn voors hier nevensgevoeghde bestek, ben te vreede dat UE datGa naar eind21 22 ujt mijnen naeme inwillighe, ende hem 't bestek doe ondertekenen. 23 'T welck ik daer nae ujtschrijven zal ende hem de getekendeGa naar eind23 24 wedergaê onder mijn' handt, toeseinden. Edoch gelieve UE teGa naar eind24 25 dringen zoo veel doenlijk is, om het onder de voors gl 544, te 26 brengen: ende mij binnen twee oft drie daeghen beschejdt te doen 27 hebben. Mooght hem ook aenzeggen, dat, indien hij tot redelijken 28 prijze aenneemt, ick wel van meeninge zoude zijn, de vloer vanGa naar eind28 29 blaeuwe steenen te maken, die ick anders met estrikken roodt endeGa naar eind29 30 graeuw onverglaest zoude leggen. De pijne, die UE hiermede heeft 31 zal mij altijds verplicht houden. Gezien 't geen UE van MantuaGa naar eind31 32 schrijft, houd ick niet alleen op van wangeloof, maar ook van ver-Ga naar eind32 | |
[pagina 25]
| |
33 wonderen. Want heeft het daer zoo gestaen, dat de persoon vanden 34 Hartogh, met overleveren van 't Slot, gerujmt had, zoo is deGa naar eind34 35 vijandt bujten twijfel in voordeel onder de wallen geweest, ende de 36 stadt wel anders benauwt, als de voorgaende tijdingen mede-Ga naar eind36 37 braghten. Zulx het veroveren der zelve niet voor een schielijkenGa naar eind37 38 aenslagh ende verrassinge met den petart kan genomen worden. 39 Ende is zeer vreemt, dat die van binnen ziende hunnen vorst zijne 40 vajligheit aldaer mistrouwen, niet getraght hebben, op voor- 41 waerden, hoe slecht die ook zijn moghten, over te gaen. 'T en zij deGa naar eind41 42 belegger verzekert alles in zijner handt te hebben, nae geen ver-Ga naar eind42 43 dragh altoos, en hebbe willen luisteren. Vondelen schrijft van 44 20000 zielen, diemen roept daer omgekomen te zijn. Dit is wel te 45 gelooven, ende waere een' fraeije stof voor zijn' penne, om de 46 wreetheit des vijands ten hatelijksten ende ijsselijxten ujt te meeten,Ga naar eind46 47 tot vernieuwing, vanden ouwden ende flaeuwenden afkeer. Ick en 48 twijfel niet, oft Italiaen ende Franchojs, en zullen daer hunne konstGa naar eind48 49 aen te kost leggen, met een geschreij om 't heele Christendoom te 50 doen jammeren. Waer ook niet nieuws, dat alle zich dus lang stil-Ga naar eind50 51 gehouden hebbende vorsten ende staten, voorneemelijk Paus ende 52 Italiaensche door deze verbittering, anxt ende nijdt gedreven, in 53 ernst te zaemen spanden, ende d'Oostenrijksche meer handen,Ga naar eind53 54 als ojt, op hun hooft kreghen. Maer dit wort mij, misschien, door 55 de zucht tot onze eighene zaeke, dietsch gemaekt. Op 't geen U E,Ga naar eind55 56 noopende den aert der twee volken, redeneert, zoude veel te zeggenGa naar eind56 57 vallen. In ernst, in gedult, in gestaedigheit, in aen en endthouden,Ga naar eind57 58 wint het de Spanjart den Fransman af: die hem wederom, inGa naar eind58 59 rassigheit, in stoutmoedigheit, in heftigheit, in werklijkheit, endeGa naar eind59 60 aenslaghstichting te boven gaet. Het Spaensch voetvolk steekt het 61 Fransche de loef af: daer 't meeste deel des oorloghs mede gevoertGa naar eind61 62 wort. De Fransche Rujterij daerentegens is de braefste te velde,Ga naar eind62 63 ende in een werk van waepenen, dat het treflijkste stuk vandenGa naar eind63 64 krijshandel is. Van bewaeren weet de Spanjaert, ende bij den dujmGa naar eind64 65 te houden de geene die hij met wreetheit en overlast pijnight; van 66 winnen de Franchojs; maer luttel van bewaeren, als te slappelijkGa naar eind66 67 gaede slaende, ende zich te weenigh hoedende voor de geene, die 68 hij met hoon ende dertelheit terght. De Fransche Oversten, houd 69 ick, dat doorgaends, in wijsheit en weetenschap de Spaensche over- 70 treffen. Ende schijnen de Spanjaerts dit gebrek, in zich zelve te 71 kennen, gedooghende zoo dikwils hunne ingeboore trotsheit, Ga naar eind71 | |
[pagina 26]
| |
75 leghen in 't behouden van Napels ende Milan, 't zamt het ver- 76 overen der weerlooze onnozele naekte menschen van Westindien, 77 met zulk een voordeel van waepenen ende paerden: daer deGa naar eind77 78 Franchojzen ouwlinx veele plaetsen van Grieken, Italien, endeGa naar eind78 79 Asien hebben afgeloopen, ende inden middeltijdt, Turken endeGa naar eind79 80 Saracenen in 't Ujterste Oosten bestookt, Constantinopelen, 81 Jerusalem, Cypers verovert, ende veele jaeren bezeeten: waer 82 door hunne naem in die gewesten ten hemel geklommen, ende der 83 wijze vermaert is, dat aldaer alle volken van Europe voor een aen-Ga naar eind83 84 kleef van Vrankrijk gehouden ende Franken geheeten worden.Ga naar eind84 85 Maer dit 's van mij d'eene voet in een groote zee gezet, endeGa naar eind85 86 d'ander op landt gehouden, om te rugge te stappen zonder zich teGa naar eind86 87 laten scheepen. Ook wil mijn brief gesloten zijn, met wensche vanGa naar eind87 88 alles goeds aen UE ende de zijne, die God in genaede behoede, 89 hartlijk gegroet, 90 Monsr et frere, van 91 U E 92 Gansdienstwen broeder 93 P C Hóóft. 94 Vanden Hujze te Mujden, 95 den 11en Aug. 1630.
Hooft heeft van de Rekenkamer gedaan gekregen dat er een overdekte galerij op de binnenplaats van het Slot gebouwd mag worden, die toegang geeft tot de grote zaal (eerste verdieping) en langs een buitentrap bereikbaar is. Doel: een wachtkamer te krijgen voor de mensen die hem moeten spreken en tot nog toe in de open lucht moesten wachten. Bij restauratie van het Slot omstreeks 1900 is de Middeleeuwse toestand hersteld en de galerij afgebroken. Claes de metselaar was o.a. de bouwer van het Pesthuis bij de Overtoom te Amsterdam, vgl. Jaarboek Amstelodamum 1912. Als bij vele zakelijke aangelegenheden steunt Hooft op zijn praktische zwager Baak. |
|