De briefwisseling van P.C. Hooft. Deel 1
(1976)–P.C. Hooft– Auteursrechtelijk beschermdEerste deel
Regelnummers proza verbergen
| |
[pagina 846]
| |
Bijlage 94 Plakkaat Konijnenjacht in Gooiland (19 september 1614)1 De Ridderschap Eedelen ende Steden van Hollant ende Westvrieslant 2 Representerende den Staten vanden selven lande, Alsoo tot onser kennisse 3 gecomen is, Hoe dat de Duijnen Waranden ende Wildernissen van Goij-Ga naar eind3 4 lant, van allen ouden tijden met menichte van Conijnen beset sijn geweest, 5 welcke Conijnen niemant en mochte vangen nochte Jagen als alleenlijcken 6 die d'selve Duijnen ende Wildernissen vande Graeffelicheijt in pachte ver- 7 cregen hadden, ende dat nu eenige, seer weijnich jaeren herwaerts alle de 8 voors Conijnen soo sijn opgevangen ende verjaecht datter egeene meer ofte 9 zeer weijnige en resteren ende dat oversulcx dienstich wesen soude dat inde 10 selve Duijnen Waranden ende Wildernissen wederomme nieuwe Conijnen 11 geplantet werden, om de selve daer mede behoorlijcken te peupleren tot 12 dienste vande Graeffel Het welcke alsoo niet geschieden en can sonder 13 excessive groote costen ende moeijten, ende sonder dat op het vangen ende 14 jagen vande Conijnen aldaer behoorlijcke ordre gestelt werde hebben wij 15 bij advijs van onse Lieve ende getrouwe die van onse Camere vande Reke-Ga naar eind15 16 ninge in Hollant, bij forme van Placcate geordonneert ende gestatueert, 17 ordonneren ende statueren de poincten ende articulen hier naer volgende/.
18 Eerstelijcken dat niemant van wat qualiteijt hij soude mogen wesen geen 19 pacht hebbende aende voors Duijnen ofte Waranden, hem en vervorder 20 enige Conijns nesten te rooven, noch nae Conijnen te schieten, nochte inde 21 bergen ofte Conijns aerde te rommelen, ofte te stommelen nochte Conij-Ga naar eind21 22 nen vuijt te delven, nochte met honden te jagen, ofte andersints inde Wil- 23 dernisse ofte daer buijten eenige Conijnen te vangen opte boeten van veer- 24 thien ponden van xl groten tpont voor elck Conijn, ende opde verbeurte 25 vande honden, bossen, boogen, ende andere gereetschap bij hem daer thoeGa naar eind25 26 gebruijckt/.
27 Welverstaende indien hem ijemant vervordert bij dage ofte bij nachte 28 eenige Conijnen aff te setten met lange netten, ofte te fretteren, ofte deGa naar eind28 29 Conijns gaten te vergiftigen, ofte met eenige roock ofte damp te beschadi- 30 gen, dat sulcx sal sijn d'eerste reijse boven de verbeurte vande netten off 31 ander getuijch daer thoe gebruijct, op peijne van t'sestich gelijcke ponden, 32 ende de tweede reijse opte verbeurte van dubbelde boeten, ende de derde 33 reijse gelijcke dubbelde boeten ende arbitrale correctie.Ga naar eind33 34 Dat een Duijnmeijer ofte sijnen dienaer gelooft sal worden in rechte van 35 alle delicten inde Duijnen vallende behoudelijck dat alsulcke duijnmeijerGa naar eind35 | |
[pagina 847]
| |
36 ofte dienaer eerst eede sal gedaen hebben in handen vanden Bailliu van 37 Goijlant /.
38 (- loslopende honden mogen door de pachters, duinmeiers en hun dienaren worden dood- 39 geslagen - niemand mag met bussen of gespannen bogen buiten de paden lopen -) 40 Dat niemant de Duijnen waranden ofte wildernissen sal mogen ontgron- 41 den, ofte daer inne eenige beesten weijden, plaggen, ofte eenige Conijns- 42 bergen dempen ofte stoppen, opde peijne van te verbeuren voor elcke reij- 43 se dat hij sulcx doet, ofte voor een Conijns-gat dat hij stopt voor de eerste- 44 mael veerthien ponden ende voorde tweedemael achtentwintich ponden 45 ende voorde derdemael zesendevijftich ponden, ende daer naer sal hij 46 criminelijck werden gecorrigeert /.
47 (- niemand mag konijnen kopen tenzij van de pachters of duinmeiers, en dit mag helemaal 48 niet voor St. Odulphus en na de laatste Vastenavondsdag - niemand mag koperen strikken 49 zetten of toelaten - de boeten moeten dadelijk betaald worden, het alternatief is arrestatie 50 - er mag niet gecomposeerd worden dan met goedvinden van de Rekenkamer -)
51 Item oft ijemant de pachters duijnmeijers ofte dienaers om het naercom- 52 men van deze Ordonnan qualijck toespraak dreijchde ofte sloech, sal den 53 Officier schuldich sijn de selve te vangen, ende crijminelijck daer jegens teGa naar eind53 54 procederen als jegens den geenen die openbare cracht ende gewelt sullenGa naar eind54 55 gedaen hebben/. 56 Indien den Officier in al t'gundt voors is niet en dede alsulcken debvoir alst 57 behoort sal t'selve op hem verhaelt worden ende daerenboven de misdadi- 58 ge gecorrigeert bijden Hove van Hollandt /. 59 Werdt voorts bevolen de Schepenen ende rechters van Naerden, dat sij als 60 hun vande overtredinge van desen blijcke in sulcker manieren als hier 61 vooren is geseijt, de overtreders corrigeren bijde peijnen hier boven ver- 62 claert, sonder eenige dissimilatie op arbitrale amende /.Ga naar eind62
63 (- delinquenten die niets bezitten zullen aan den lijve gestraft worden - de boeten zullen 64 voor eenderde deel voor de aanbrenger zijn, voor eenderde voor de Grafelijkheid of de 65 Officier en het laatste derde deel voor de geinteresseerden - er zal aan dit plakkaat de 66 grootst mogelijke ruchtbaarheid gegeven worden door de deurwaerder of exploitier van 67 het Hof van Holland - alle ambtenaren van de president van het Hof tot de baljuw van 68 Gooiland en alle andere officieren, justicieren en onderzaten wie dit aangaat, zullen zonder 69 iemand enige gunst te bewijzen dit plakkaat moeten doen naleven en naleven -)
70 Gedaen inden Haege onder onsen grooten zegele hier aen gehangen in 71 forme van Placcaet den negenthienden dach der maent van September int 72 jaer ons Heer en eenigen Heijlants ende Salichmaeckers duysent zesshon- 73 dert ende veerthien, Ende was geparapheert J. van Oldenbarnevelt vt Enz.Ga naar eind73 | |
[pagina 848]
| |
(Lager staat:)
74 Achtervolgende d'auctorisatie vande E grootmogende Heeren, Mijn 75 Heeren de Ridderschap Edelen ende steden van Hollant, ende Westvries- 76 lant, Representerende de staten vande selven lande geinsereert inde Plac- 77 cate aende welcke dese mijne relatie es geannexeert, van date den xixenGa naar eind77 78 dach der maent Septembris xvjc ende veerthijen, hebben ick Aelbrecht 79 Baptista van Dalem geswooren exploictier vanden Hove van Hollant mijGa naar eind79 80 ter instantie ende begeerte vande E. Heeren vande Reeckeninge in Hol- 81 lant, opten xxixen Septembris daer aen volgende gevonden binnen der 82 stede Muijden ende Naerden Item binnen den dorpe van Hilversom Laeren 83 Blaricom daer aen binnen der stede Weesip, op welcke voors plaeschen 84 Namenlijck binnen der stede van Muijden ende Naerden mette bovenge- 85 nomineerde dorpen, ten overstaen vanden Bailliuw van Goijlant, ende 86 binnen der (stede) van Weesip ten overst<a>en vanden Schout aldaer, 87 naer voorgaende clockgeslach ten aenhooren van eenen ijgelijcken, inde 88 voors steden vanden stadthuijse, ende opde Dorpen ter gewoonlijcker 89 plaetsche, tvoors Placcaet gepubliceert, ende een ijder een van wegen de 90 Hooghe Ovt ende Graeffelicheijt van Hollant, Zeelandt ende Vrieslant, 91 bevoolen, hem naer den innehouden vandien te reguleren opde peijnen 92 boeten ende breucken daer inne begrepen, hebbe voorts aen alle kercken 93 der voors Steden ende Dorpen, Mitsgaders oock aenden Raethuijse der 94 stede Naerden Muijden Weesip ende dorpe van Hilversom, ende aende 95 Schouts deuren van Laeren, Blaricom, Huijsen ende Muijderberch alwaer- 96 men gewoonlijck is affixe te doen, copien vanden voors placcate met anno-Ga naar eind96 97 tatie van mijne gedaene publicatie geaffigeert, hebbe mede den Secretaris 98 van der voors stede Naerden, ende voorts alle de Schouten van der voors 99 steden ende Dorpen elcx bij sonder gelevert copie vande voors Placcate, 100 gelijck ick mede den voors Bailliuw van Goijlandt gelevert hebbe gelijcke 101 copie met annotatie onder mijne gewoonlijcke signature van alle mijne ge- 102 daene publicatien. E. Mogende Heeren t'ghene voors is relatere ick te sijnGa naar eind102 103 mijn wedervaeren. 104 Actum uts Bij mij Ende was onderteijckent AB van Dalem.Ga naar eind104 |
|