De briefwisseling van P.C. Hooft. Deel 1
(1976)–P.C. Hooft– Auteursrechtelijk beschermdEerste deel
Regelnummers proza verbergen
| |
[pagina 808]
| |
360 Aen Dijkgraef ende Hooghe Heemraeden der Waterschappe 's lands van Woerden.1 Ede &c.
2 UEd. missive vanden xven dezer maent, volghend mijn antwoort,Ga naar eind2 3 met de vaeders ende vooghden der onmondighe kinderen, dien 't 4 lant aende drie bruggen in Waerder, jeghenwoordelijk gebrujkt bijGa naar eind4 5 Roelof Willemsz., in eighendoome competeert, gecommuniceertGa naar eind5 6 zijnde, zoo en hebben wij te zaemen niet behoorlijk kunnen vinden, 7 naerdien UEd. met alzulke privilegien zijn verzien als de voorsGa naar eind7 8 missive is meldende, ons eenighzins te oppozeren tegens 't afgraevenGa naar eind8 9 van 't voors lant in conformité van UE schrijven te doen. Edoch ver- 10 zoeken dienstelijk dat het zelve, zoo veel als de geleghenheit lijden 11 kan, moghe werden gespaert, de taxatie gedaen in goeder gerech- 12 tigheit, ende de penningen ujt de verdolven roeden praecederende,Ga naar eind12 13 ter behoorlijke tijdt betaelt aen handen van de voors Roelof Wil- 14 lemsz. dien UEd. gelieve den ingesloten te doen houden, opdat hij 15 van der zake niet onwetende gevonden en werde. Waer toe mij ver-Ga naar eind15 16 latende zal UEdn 17 Ede &c. den almoghenden in schut ende scherm bevelen nevens 18 wensch van gelukzalighe regeringe ende dienstighe gebiedenis van
19 Vanden Hujze te Mujden 20 25 Maj 1630. 20 UEd. 21 weldienstwen 22 P C Hóóft.
Toestemming om een deel van een perceel land, dat aan wezen toebehoort waarover Hooft medevoogd is, te vergraven terwille van de bedijking. |
|