De briefwisseling van P.C. Hooft. Deel 1
(1976)–P.C. Hooft– Auteursrechtelijk beschermdEerste deel
Regelnummers proza verbergen
| |
[pagina 803]
| |
358 A Monsieur, Monsr Joost Baek, bij 't oudemannen huis, in No 3. tot Amsterdam.Loont.
1 Monsr et Frere,
2 Op dinxdagh 's avonts van Iselstein gekeert zijnde, ende wat werksGa naar eind2 3 over hoop vindende heb echter onder de eerste zorghen ter hartenGa naar eind3 4 genoomen d'erkentenis van UE moejte in 't ujtschrijven derGa naar eind4 5 stukken UE toegeschikt. Zende derhalven hiernevens 't geen de 6 tijdt mij toegelaten heeft over te zetten. Mij is van goeder handtGa naar eind6 7 overgeschreven, dat de vroedschap van Haerlem begint te splijten, 8 de gematighde 't hooft op te steken ende de heevighste zich t' zoekGa naar eind8 9 te maeken van nae den Haeghe te gaen. Zulx de Burgermr vanGa naar eind9 10 Loo, ende Overkamer zijnde gevoeghlijke lujden ter daghvaertGa naar eind10 11 verschijnen, met last, wel om zich tegens de handeling van 'tGa naar eind11 12 bestandt te verklaeren, doch zoo de voorneemste Leden derGa naar eind12 13 staeten daer op blijven dringende, zoetlijk te volghen. NietteminGa naar eind13 14 verstae ick van anderen weghe, dat de Burgermr Berkel trekkendeGa naar eind14 15 op de onderhandeling vande wissel der gevangenen, aende HHGa naar eind15 16 algemeene Staten verzocht had eenigh bescheit, dat hij den 17 gemaghtighden van den vijant geven moght, indien zij weder- 18 omme van bestant voorsloeghen. Waer op naer een' wijle haperens,Ga naar eind18 19 hem t' antwoort gegeven was, niet dat hij de handeling afslaen 20 zoude, maer zeggen, datmen van dezer zijde noch niet gereedt was, 21 met volkomen beslujt. Indien aldaer ijet van verlank is, zal 'tGa naar eind21 22 gaerne verneemen. Doch is onnoodigh de loopmaren van de 23 voorlede weeke te zenden, die ick gelezen heb. Zoo doe ook d'Ga naar eind23 24 Italiaensche, medebrengende dat het oorlogh daer hoe langer hoe 25 dieper wortelt. Konden wij nu aen rust geraken, ende onze 26 bontgenooten, zonderling Vrankrijk, paejen met belofte, van zelfsGa naar eind26 27 gedujrende 't bestant onze waepenen ende middelen t' hunnen 28 dienste te besteden, zonder dat te krenken, nae den stijl vandeGa naar eind28 29 hedendaeghsche onpartijdigheden, door den Kaizar tegens ons, 30 door Spanjen tegens 't Palsgraefschap, ende anderen op gelijke wijze 31 gevolght, wij zouden, mijns oordeels onze dingen niet quaelijkGa naar eind31 32 gedaen hebben, ende medespelen zonder waeghen. Ick denk UE | |
[pagina 804]
| |
33 heeft nu ujtgebrujloft. Maer indien eenigh wedermael tot WeespGa naar eind33 34 volght, zult gedient zijn met hier UE nachtruste te komen neemen,Ga naar eind34 35 nevens Joffre ma Soeur, kinderen ende maeghden zooveel UE 36 gelieft, ende ons welkoom zijn. Mijn Hujsvrouwe is wel noch tot 37 Iselstein, doch alzoo haere suster op 't allerujterste is, denk zij hetGa naar eind37 38 daer niet lange maeken zal. Ook hoopen wel middel te vinden om 39 UE, zelfs in haer afwezen, te gerijven van herberghe. Maer gelieve, 40 mij de [de] voorweete te doen, ende zij UE met alle die haer lief 41 zijn, Gode bevolen, nevens groete ende gebiedenis, 42 Monsr et frere, van
43 Ujt mijn Toorentjen. 44 14 Maj. 1630. 44 UE 45 Gansdienstwen broeder 46 P C Hóóft.
Binnenlands nieuws over onderhandelingen met de vijand. Mogelijkheid van schijnbare neutraliteit, waarbij men via een bondgenoot toch meedoet ‘nae den stijl vande hedendaegsche onpartijdigheden’. |
|