De briefwisseling van P.C. Hooft. Deel 1

Eerste deel

Regelnummers proza verbergen

[p. 710]

306 A Monsieur Monsieur Joost Baek, bij 't oudemannenhujs, in N^o 3. tot Amsterdam.

Lóónt.

1 Mons^r et frere,

2 De gedrukte nieuwmaeren hier nevens komende zullen 3 UE zeggen dat mij d'uwe van gisteren geworden is: d'andere³ 4 dat ick, bij wijlen, wat milder zal zijn, als eens ter weeke. 5 Daertegens vallen zommighe zoo lank, datse somtijds⁵ 6 zoo ras haer afscheit niet bekomen zullen. Op overmor- 7 ghen oft vrijdagh ujterlijk, leg ick ons t' Amsterdam te⁷ 8 komen, om, Majdagh ende des anderen daeghs daer aen, te⁸ 9 Delft te zitten, tot een schouwspel voor M^r Michiel,⁹ 10 zijnde een 2^e Plinius in den tijdt op gelt te houden. UE¹⁰ 11 geschreve tijdingen dunkt mij, ons meer kosten zullen 12 als de vracht, om datse mijne hujsvrouwe een schrik¹² 13 van 't waeter hebben gemaekt, ende ons, zoo 't *ijet*⁺ bijkomt¹³ 14 zullen den waaghen doen neemen, wiens arbejdsloon niet 15 zoo goedt koop is als dat van den wint. Hier is heden 16 inde Vecht ook een speeljaght van Amsterdam omge-¹⁶ 17 slaeghen, denkende 't volk te doen drenken; waer 't niet¹⁷ 18 dicht onder de wal geschiedt. Het ongeluk schijnt meester¹⁸ 19 te waeter, ende verplicht ons anderen met die waerschouwingen.¹⁹ 20 Dies zouden 't noode te veel verghen, alhoewel 't meer²⁰ 21 gerijfs aenbiedt, met ons, ende pakkaedje gelijk, over te brengen. 22 Vind ick tijdt t' Amsterdam, ick vind 'er UE, die midler-²² 23 tijdt,

24 Mons^r et frere, Gode in schut bevolen zij met Joffr^e 25 ma soeur ende alle die haer lief zijn, naer groete ende gebiede- 26 nis van

27 Vanden Hujze te Mujden

28 24 Apr. 1629.

28 UE

29 Weldienstw^en broeder

30 P C Hóóft

3 d'uwe: de brief die bij de hierbij teruggezonden nieuwstijdingen gevoegd was; d' andere (nieuwmaren), nl. uit Parnas.

5 vallen: zijn.

7 leg ... komen: denk ik dat wij te Amsterdam komen (WNT leggen 1436).

8 Majdagh: 1 mei; daer aen: daarna.

9 M^r Michiel, nl. van Mierevelt, die Hooft en Leonora schilderde.

10 op gelt houden: niet te grif verkopen, er zuinig mee omspringen; een 2^e Plinius: ook Plinius de Oude sprong zeer zuinig met zijn tijd om en stelde die niet te grif aan anderen beschikbaar, vgl. Plinius min. epistolae 3, 5, 12; UE geschreve tijdingen: uw brief (die blijkbaar van een ongeluk te water vertelde).

12 de vracht: de (bij de aflevering verschuldigde) port.

+ *nijet*: Hooft moet zich verschreven hebben.

13 gemaekt: bezorgd; zoo 't nijet bijkomt: als 't niet bijtrekt.

16 speeljaght: plezierjacht.

17 denkende: van zins; drenken: verdrinken - (hetgeen zeker gebeurd zou zijn, ware het niet enz.).

18 Het ongeluk: personificatie, tegendeel van de fortuin, het lot.

19 ons anderen: ons (gallic.?).

20 Dies ... verghen: Daarom zouden wij er niet graag te veel van vergen, nl. van het waarschuwende ongeluk; alhoewel 't meer gerijfs aenbiedt: hoewel het (water!) meer gemak biedt.

22 ick vind: dan bezoek ik.

[p. 711]

Hooft zendt de van Baek de vorige dag ontvangen nieuwstijdingen terug, met een vertaling uit Boccalini.

Origineel. UBA II C 13.179.
Hs. enkel vel, ingeknipt en opengescheurd.