De briefwisseling van P.C. Hooft. Deel 1
(1976)–P.C. Hooft– Auteursrechtelijk beschermdEerste deel
Regelnummers proza verbergen
| |
[pagina 689]
| |
296 Aenden Adt Henrik van Hove tot Brussel,1 Mijn Heere,
2 Gepresupponeert dat de reqe van Don Francesco tenderende om teGa naar eind2 3 moghen alieneren eenigh gedeelte van 't fonds zijnes MajoraetsGa naar eind3 4 waer toe ick in cas van overleven geroepen ben, mitsgaeders sekereGa naar eind4 5 acten daer bij vereischt, UE door mijnen broeder ende Sr Balthazar 6 Bulgaro toegezonden ende wel ter handt gekomen zijn, zal deze 7 dienen om UE de defensie van mijn goedt recht op 't serieuste te 8 recommanderen. Waer toe mijns oordeels voor eerst niet diensti- 9 ghers en kan zijn als tijdt winnen, om ondertussen, dewijl de zaeke 10 alsnu ten eenen oft ten anderen schijnt te willen slaen, op nieuw een'Ga naar eind10 11 tentative te doen, tot verwervinge van declaratie confirmatojr 12 mijner neutralitejt aen haere hoogheit te versoeken. Want mij isGa naar eind12 13 hoope gegeven van binnen 8 oft 14 daeghen te bekoomen verschei- 14 den voorschrijven van zulk een gewichte, dat ick mij, mits de zaekeGa naar eind14 15 zoo lange in haer geheel houdende, een' goede wtkoomste zoude 16 darren belooven. Zoo haest mij 't selve gewart, zal 't UE toevaerdi-Ga naar eind16 17 ghen door Sr Bulgaro voors, door wien UE gelieve zijn antwoort 18 aen mij te richten, ende als 't UE goedt dunkt daer bij te voeghen 19 declaratie van 't geene ick UE ende den solliciteur die UE zal hebben 20 gëemplojeert om de saeke te benaerstighen, magh schuldigh zijn, opGa naar eind20 21 dat ick alles voldoe, als naer behooren. Ondertussen gebiede mij 22 dienstelijk aen UE, die, God almaghtigh, 23 Mijn Heere, in genaeden altijds behoede, nae wensch ende vrunt- 24 lijke groetenisse van
25 Wt Zevenberghe, 26 den 13en Maerte. 1629. 26 UE 27 Verplichte dienstwe 28 Helionora Hellemans.
Leonora bevestigt vroegere opdrachten en zendingen aan haar advocaat te Brussel. | |
[pagina 690]
| |
N.B. Evenals bij een aantal volgende brieven over het majoraat ontwerpt Hooft de tekst, waarna Leonora de brief ondertekent. Zevenbergen wordt soms vermeld als plaats van verzending: dit is fictie, vgl. 262. |
|