277 Aenden H. Constantin Hujghens.
1 Mijn Heer,
2 Alle drie de levens daer UEd. welkoom brujloftdicht vermaen afGa naar eind2 3 maekt, waeren te luttel om te vergelden zoo groot een' eere ende 4 geneghenheit van UEd. ende haere santinne t'mijwaerts. Nu is nochGa naar eind4 5 het eerste van drien door; voor het derde gebeden; ende het tweedeGa naar eind5 6 mij gegeven door UEd. veersen. Aen dit alleen zoud ick ijets schij- 7 nen te hebben, om mede te betalen, waer 't eere genoegh schen- 8 kaedjen tot voldoeninge van schult aen te rekenen den geenen van 9 wien men z'ontfangen heeft. Niettemin bij mangel van andereGa naar eind9 10 munt, moet ick mij met deze behelpen, biddende UEd. welbe- 11 haeghen zij zich van dit mijn leven te dienen, als van haer eighen 12 goedt, ende dat god almaghtigh zoo veel genoeghens als deselveGa naar eind12 13 ons is toewenschende verleene Uwer Ed. ende zijne welwaerde 14 wedergae, aen dewelke nevens mij, eerbiedelijk de handen kust deGa naar eind14 15 vriendelijkste vriendinne,
16 Mijn Heer, van
17 Amsterd. 9 Dec. 1627.
17 Uwer Ed.
18 Toegedaensten Dienstwillighsten.
|
-
-
[tekstkritische noot]Minuut. UBA II C II. 830.
Hs. dubbel vel fol. 2r, op 1r 275, fol. 1v bl., op 2v doorgeh. ontw. voor 273.
-
eind2
-
Alle ... maekt: Huygens' bruiloftdicht In secundas nuptias P.C. Hoofdij et Leonorae Hellemans (W. II, 189) eindigt aldus:
Sic Hoofdi, sic facta parens Leonora, secundam
Vive, nec inveniat tertia vita locum.
Dit is, gericht tot de bruid:
‘Zo de vrouw van Hooft geworden (Hoofdi facta), zo moeder geworden, Leonora, leef zo een tweede leven, en moge het aan een derde niet behoeven toe te komen’, d.w.z. moge uw huwelijk met Hooft niet door zijn dood een vroegtijdig einde vinden, zodat ge niet een derde huwelijk zult behoeven te sluiten. De twee eerste zinnen geven aan Huygens' slotzin, die Hooft misschien niet het toppunt van tact vond, een wat luchtige draai, zonder de perken van hoffelijkheid en conventie te buiten te gaan.
-
eind4
-
santinne: heilige, hier voor echtgenote (niet in WNT, wel sant 95: o.a. geliefde, misschien woordsp. met (Su)Santje?); Nu ... door: Nu is bovendien het eerste van de drie al voorbij (WNT door (V) 2918 c).
-
eind5
-
voor ... gebeden: en (door uw verzen) hebt ge getracht, het derde biddend af te wenden (nergens vermeld: analoge plaats 183 r. 44); ende ... gegeven: de bekende gedachte dat de dichter aan de bezongene leven geeft door zijn gedicht; daarom zegt Hooft in de volgende zin (r. 6-9) dat hij dat tweede leven óók niet kan gebruiken voor de in de eerste zin genoemde vergelding, want hij zou dan betalen (vergelden) met wat hij van de ander gekregen heeft.
-
eind9
-
Niettemin enz.: Toch zal Hooft zich met ‘deze (munt)’, nl. het nu beginnende tweede leven, behelpen.
-
eind14
-
aen ... kust: wier handen evenals ik eerbiedig kust.
|