De briefwisseling van P.C. Hooft. Deel 1
(1976)–P.C. Hooft– Auteursrechtelijk beschermdEerste deel
Regelnummers proza verbergen
| |
[pagina 315]
| |
118 Aen Dirck Boot Procureur.1 Ick schrijve hem dat hij den Proc. gnl aensegge dat mij door geenen 2 Deurwr es gelast d'informatien tegens Isac Volkertz cum socijs 3 over te seinden opt interinement den ijen Oct. Dat ick oock die 4 niet en heb: maer deselve door hem doen behandighen aen denGa naar eind4 5 Fiscael nevens mijn schrijven vanden 31en Maj a 1615. Voorts dat 6 hij vordere de saecke van Albert van Cleef gevangen. Ht MujdenGa naar eind6 7 25 Sep. 1617.
De in 71 geadviseerde gratie is blijkbaar niet verleend, waarna de veroordeelden in hoger beroep zijn gegaan bij het Hof, want daarop moet de overzending, op 31 mei 1615, van de stukken, door Hooft aan de advocaat-fiscaal, betrekking gehad hebben. Nu schijnt de zaak aanhangig voor de Hoge Raad. Booth moet de procureur-generaal antwoorden op diens onderstelling dat Hooft door een deurwaarder zou zijn gelast, de stukken over te sturen. |