De briefwisseling van P.C. Hooft. Deel 1
(1976)–P.C. Hooft– Auteursrechtelijk beschermdEerste deel
Regelnummers proza verbergen
| |
[pagina 296]
| |
109 Aen Dirck boot Procureur,1 Monsr Boot
2 'T mandament met relatie vanden DeurwaerderGa naar eind2 3 die 't geexploicteert heeft gaet hijer bij: maer niet deGa naar eind3 4 gevangen Albert Heinrixz. Wt oorsake dat ick desenGa naar eind4 5 naermiddagh te Naerden burgermeesteren verclaerende 6 in mening te zijn van hem naerden Haeghe te voerenGa naar eind6 7 t'antwoordt ontfing, datzij 't mij beletten souden tenGa naar eind7 8 insichte van de clausule in 't mandament lujdende 9 dat hij gevangen in persoon soude compareren oft ge-Ga naar eind9 10 machtight zejnden: ende dat hij procuratie gepasseert had.Ga naar eind10 11 Daer af versocht ick acte, dien sij mij wejgerdenGa naar eind11 12 maer beloofden mij elx bijsonder onder handttastingeGa naar eind12 13 sulck haer antwoordt gestandt te doen voorden hove,Ga naar eind13 14 werwaerts zij trecken souden om schepenen vonnisse 15 te verdaedighen. Het schijnt zij mij quaelijck afnemenGa naar eind15 16 dat ick appelleere seggende t is te Naerden nojt ge- 17 schiedt in criminalibus: daer hun nochtans soo welGa naar eind17 18 gebleken is dat het niet temere oft tot vercleningGa naar eind18 19 van haer stede wt crieghelhejdt geschiedt, dat ick mij 20 haeres misnoeghens wenigh becommere, als hebbende 21 mijn debvojr gedaen. Niettemin heb UE bij desenGa naar eind21 22 willen waerschouwen gelieve te letten oft zij ijets in 23 't minste tot naerdeel van mijn reputatie mochten voorts-Ga naar eind23 24 brengen ende soo zij haer dies onderwinden UE daer 25 tegens op 't strengste te kanten. Want zij selve heb- 26 ben haer tegens mij laeten ontvallen dat schepenen 27 sullen inbrengen, hoe dat ick in discours met haerlieden 28 zijnde mij soude hebben laeten verlujden datGa naar eind28 29 als de dieverije daer niet bij waere geweest de dood- 30 slagh overmits de jaeren zedert verloopen te lichter 31 te nemen waere. 'Twelck wel zijn kan dat ick ge- 32 sejdt heb, doch met die meninge dat sulx in consi-Ga naar eind32 33 deratie mochte comen bij versoeck van remissie: ende niet 34 in rechte. De schout van Naerden sejdt mij grootlijxGa naar eind34 35 beducht te wesen dat verschejden laeghen werden ge- 36 lejdt om den gevangen te doen ontslippen oft wtbreken: 37 Diergelijck wel eer gebeurt is. Ick doe tbesteGa naar eind37 38 debvojr doen datmen can om hem te bewaeren: ende | |
[pagina 297]
| |
39 oft het evenwel fajlleerde verstae daer over de costenGa naar eind39 40 niet te draeghen, gelijck mij de Camere van RekeningeGa naar eind40 41 die heeft gewejgert te passeren van gevangenen teGa naar eind41 42 Weesp wtgebroken bujten eenigh mijn versuim. UE 43 draeghe hier sorghe voor, desen communicerendeGa naar eind43 44 met de Heeren Advocaten Fiscael ende Fagel. EndeGa naar eind44 45 bij aldien de gevangen te hove sal moeten coomen wilde 46 wel dat hij door de dienaers vanden Procureur Gene- 47 rael mochte van Naerden gehaelt werden. Dit heb in 48 tijds willen adviseren om in tijds antwoort te moghen 49 hebben ende gebiede mij hiermede aende Heeren 50 advocaten voors ende UE dien God in voorspoedt 51 behoede. In grooten haeste. Vanden Hujse 52 te Mujden den 5en Aprilis a 1617.
53 UE 54 Dienstwillighe 55 P C Hooft.
De burgemeesters van Naarden hebben geweigerd, een door de Naarder vierschaar wegens doodslag en diefstal veroordeelde door Hooft naar Den Haag te laten brengen om voor het Hof van Holland terecht te staan in hoger beroep. Zij willen het vonnis zelf voor het Hof gaan verdedigen. Hooft draagt zijn procureur op, te waken tegen aantasting van zijn goede naam bij die gelegenheid. Hooft zou gezegd hebben dat de doodslag alléén niet zwaar gestraft behoefde te worden omdat die enige jaren geleden voorgevallen was; hij zegt slechts bedoeld te hebben, deze overweging te hebben willen laten gelden bij verzoek om gratie. De Naarders schijnen de gevangene te willen laten ontsnappen; in dat geval wil Hooft niet van restitutie zijner onkosten verstoken blijven, zoals vroeger in een dergelijk geval gebeurd is: hierover dient Booth alvast met enige heren te spreken. Eist men opzending naar Den Haag, dan raadt Hooft aan, deze vanwege het Hof te laten geschieden. Vgl. 25, 26, 27. |
|