De briefwisseling van P.C. Hooft. Deel 1
(1976)–P.C. Hooft– Auteursrechtelijk beschermdEerste deel
Regelnummers proza verbergen
| |
[pagina 266]
| |
93 Aen den Advocaet Fiscael.1 Edele eerntfeste hooghgeleerde welwijse zeer voorsienighe Heere
2 Desen morghen is binnen Mujden een deerlijck stuck 3 toegecomen: te weten dat eenen IJsbrandt Jansz. wesendeGa naar eind3 4 een smit sijns handwerx, weduwenaer met drie kinderkens 5 ende heel gering van middelen doch bij ijder een altoos 6 geacht voor een naerstigh arbejdsman ende wtnemende goedt 7 van aerdt ende vroom van gemoedt bevonden is sich te heb- 8 ben verhangen; sonder dat blijcke van eenighe redenen 9 van desperatie oft quaedt voornemen, maer wel dat hij 10 eenen tijdt lang aen seker aposteme in sijnGa naar eind10 11 rechter borst heeft gegaen 't welck noch niet genesen is:Ga naar eind11 12 ende op gisteravondt ontrent neghen wren eenighe weemoe- 13 dichejdt van schrejen bewesen hebben op den kerckhove bijGa naar eind13 14 het graf van sijn huisvrouw die ontrent twee jaeren over- 15 leden is geweest. Waer over bij sommighe personen aen- 16 gesproken zijnde hij t'antwoorde gegeven had sijn hooft 17 waere soo beroijt oft het de koorts wel mochte wesen.Ga naar eind17 18 Nu is mij wel bekent dat in omstandigheden als dese van 19 rechtsgeleerden 't beste gepresumeert ende over de sacht-Ga naar eind19 20 ste zijde gehelt wordt sulx ick mede geneghen wesendeGa naar eind20 21 wel groot beswaer vinde om eenighe infamerende aensprae-Ga naar eind21 22 cke op het lijck te doen. Doch evenwel heb goedt gevondenGa naar eind22 23 Uwer Ed. advjs hier op te verstaen om achtervolghendeGa naar eind23 24 't selve inder saecke te doen als naer behooren. SulxGa naar eind24 25 mijn bede is UEd. gelieve bij brenger deses mij over 26 te schicken. Ende 27 Hiermede, 28 Edele etc. sal UEd met sijne E Hujsvrouw en gesinne naer 29 mijne hartlijcke groete ende dienstighste gebiedenissen 30 in schut ende scherm des alderhooghsten bevolen laeten. 31 In haeste, Vanden Hujse te Mujden, den laesten Julij, 1616.
32 Uwer Ed. 33 Geheeldienstwillighe 34 P C Hóóft. | |
[pagina 267]
| |
Advocaat-fiscaal van het Hof was sedert 1614 Nicolaes van Kinschot, 1584-1660. Hij deed afstand in 1638 en werd toen pensionaris van zijn geboortestad Delft en plv. raadpensionaris. Hij was de laatste die de criminele en de civiele zaken van de grafelijkheid beide bediende. Een inwoner van Muiden heeft zich, blijkbaar in een vlaag van zwaarmoedigheid, van het leven beroofd. Hooft verzoekt toestemming om, gezien de droevige omstandigheden, de door de wet gevorderde inbeslagneming (en onterende behandeling) van het lijk achterwege te mogen laten. |
|