De briefwisseling van P.C. Hooft. Deel 1
(1976)–P.C. Hooft– Auteursrechtelijk beschermdEerste deel
Regelnummers proza verbergen
| |
[pagina 247]
| |
81 Edele Moghende Eerntfeste hooghgeleerde Welwijse zeer voorsienighe Heeren Mijne Heeren de Gecommitteerde Raeden vande Staeten van Hollandt ende Westvrieslandt.1 Mij vindende bij UEd.Mogh. missive vanden vjen desesGa naar eind1 2 geordonneert niemande der geappoincteerden alhier verlof 3 te geven om wt haer garnizoen te vertrecken, sonder al- 4 vooren daer toe te hebben UEd.Mogh. speciael consent, 5 soo en kan ick niet laeten haer met aller eerbiedicheit 6 voor te draeghen dat eenen Jan Nieuman swaerlijck belae-Ga naar eind6 7 den met Hijdropisie geschapen is te vergaen bij mangelGa naar eind7 8 van medicinen ende commoditen ten zij hem vergunt werdeGa naar eind8 9 sigh in eenigh gasthujs (dewijl hier geen en is) elders 10 te begeven. Waer op ick verwachten sal UEd.Mogh. goeder- 11 tierene dispositie. Ende soo veel belangt de geene dieGa naar eind11 12 sonder consent tot noch toe verloopen zijn, heb deselveGa naar eind12 13 hier beneden wtgetekent, om bij UEd.Mogh. nopende haerGa naar eind13 14 tractement gedaen te werden als naer behooren. VoortsGa naar eind14 15 is mij op heden ter handt gestelt seker Uwer Ed.Mogh. 16 Voorschrijven in faveur van Rutgert Gerbrantsz. eertijts 17 Burgermr tot Naerden, ten einde ick de proceduiren 18 ontstaen wt de questie tuschen hem ende de stede desGa naar eind18 19 gemeene gerustheits halven soude willen laeten berusten, 20 't welck eer geschiedt waere, indien men sich eer behol-Ga naar eind20 21 pen had met het voorseide schrijven gedateert den 22 xvjen Decemb 1614 ende d'authoritejt van UEd.Mogh. 23 tegens dewelcke ick niet en kan versuimigh zijn vanGa naar eind23 24 schuldigh respect ende reverentie. Bidde doch dat UEd. 25 Mogh. wederom gelieve oock in mijn regard favorabelijckGa naar eind25 26 te letten op de requeste gepresenteert bij Dirck vander 27 Nat mijnen Neve noopende den vrijdoom van 't recht des 28 30en penninx over sommighe goederen naegelaeten bij wijlenGa naar eind28 29 Mr Gijsbert van Thenesse onsen gemeenen oom hoewel mijGa naar eind29 30 maer voor een matelijck gedeelt aengaende. GemerktGa naar eind30 31 deselve goederen door onsen voorouderen bij testamente 32 verbonden wesende, bij hem maer in lijftocht beseten:Ga naar eind32 33 ende oversulx in rechte linie op onslieden verstorvenGa naar eind33 34 zijn. Ende naerdien van verschejden exempelen in desenGa naar eind34 35 gevallen egeene ons tegen gaen, verhoope aen Uw Ed.Mogh.Ga naar eind35 36 zij en sullen dit poinct van ons lieden af niet beginnenGa naar eind36 37 te altereren.Ga naar eind37 | |
[pagina 248]
| |
38 Hiermede 39 Ed. etc. gebiede mij van heeler harten in gratie Uwer 40 Ed.Mogh, God biddende haer ende haer regeringe opt 41 hooghste te zeghenen. Vanden Hujse te Mujden den xxijen 42 Aprilis. 1615.
43 Uwer Ed.Mogh. 44 Onderdaenste Dienaer 45 P C Hóóft.
46 in Aug. 1614 Roland Tailer, } zijn verlopen sonder consent. 47 in Aug. 1614 Thomas Clerq } zijn verlopen sonder consent. 48 in Jan. 1615 Willem Cortes } zijn verlopen sonder consent.
49 Richard Crosse had consent vande Heeren Vander Dussen 50 ende Goes in Julio a 1614, voor een maent, ende 51 absenteert noch.
Hooft bepleit verlof voor een zieke geappointeerde om zich uit zijn garnizoen te mogen verwijderen; hij geeft de namen van weggelopen geappointeerden op. - Hij zal het proces tussen een oudburgemeester van Naarden en die stad doen staken. Een brief van Gecommitteerde Raden dd. 16 december 1614, ten gunste van de oudburgemeester, waarschijnlijk aan het stadsbestuur van Naarden gericht, is hem pas heden ter hand gesteld. Hooft vraagt, in overeenstemming met de gewoonte, vrijdom van de 30e penning voor zijn neef Dirck van der Nat, vruchtgebruiker van op hem en zijn vrouw verstorven goederen. |
|