De briefwisseling van P.C. Hooft. Deel 1
(1976)–P.C. Hooft– Auteursrechtelijk beschermdEerste deel
Regelnummers proza verbergen
| |
[pagina 140]
| |
26 Eerentfeste hoochachtbaere wijse zeer voorsienighe Heeren, Mijne Heeren de borgermeesteren ende regeerders der Stadt Amsterdam.1 Eerentfeste hoochachtbaere wijse zeer voorsienighe Heeren
2 Nae dat ick door last vande Ed.Mogh. Heeren gecommitteerde 3 raeden van de HH Staeten van Hollant eenen sekeren burger van 4 Naerden op desen Huise in versekering hadde gebracht hebben 5 Burgemeesteren der selver stede mij verthoondt sekere poincten 6 geextraheert wt haerlieder Privilegieboeck, bij de welcke zijliedenGa naar eind6 7 achten staende gehouden te connen worden datmen niemant om 8 delicte binnen haere stede gecommitteert buiten de selve behoortGa naar eind8 9 gevangen te stellen. Ende naedien de voorseide poincten hunlujden 10 ende der stadt Amsterdam gesaementlijck gegunt zijn, bij eenenGa naar eind10 11 brieve, soo is haerlieder meeninge te imploreren de assistentie vanGa naar eind11 12 Uwe EE. in een gemeene sake, aen de welcke ick (op haerliederGa naar eind12 13 ernstich begeren) UEE in alle reverentie versoecke dat haer gelieve 14 de goede handt te houden ten gerechtighen fijne. Ende gebiede mij HiermedeGa naar eind14 15 Eerentfeste hoochachtbaere, wijse, zeer voorsienighe Heeren wt 16 alle vermoghen aen Uwe EE God biddende haere gelucksaelighe 17 regeeringe opt hoochste te seghenen. Geschreven op den Hujse te 18 Mujden den xijen Aprilis a 1612. nbsp; 20 Uwer EEn Dienstwillighe onder-Ga naar eind20 21 daen en Burger 22 P C Hóóft.
Hooft bericht aan burgemeesters van Amsterdam, dat de burgemeesters van Naarden hem een uittreksel uit het privilegeboek van die stad getoond hebben, waaruit volgens hen blijkt dat niemand wegens een in de stad begaan delict elders gevangen gezet mag worden. Daar dit privilege aan Amsterdam en Naarden tegelijk en gezamenlijk gegeven is, willen de Naarder burgemeesters die van Amsterdam om steun vragen. Op hun verzoek leidt Hooft deze stap bij de Amsterdamse burgemeesters in. | |
[pagina 141]
| |
|