Baeto
(1980)–P.C. Hooft– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 103]
| |
Baeto, Burgherhart, Zeghemond, Rei van nonnen, Rei van joffróuwen
baeto
O mannen kloeck, in wien men vryheidts liefd bespoort,, gewis,Ga naar voetnoot1359
1360[regelnummer]
Meêbroeders van geluck, meêborgers van geboortenis,Ga naar voetnoot1360
Ziet hier de grenzen 's landts, en de vermoeitheidt van
Den hóóp belemmert, die niet langer vóórts en kan.Ga naar voetnoot1362
't Is tydt dat zy, en al die hebben t' hans gestreden,Ga naar voetnoot1363
Verversschen, met een póós van rust, hunn' lóve leden.Ga naar voetnoot1364
1365[regelnummer]
Gódt geef' dat vredigh van hun over werd' gebraght,Ga naar voetnoot1365
In 't vaderlandt, een kleen deel van de laatste nacht.
Die nae den strydt is bygekomen, waack' in wapen;Ga naar voetnoot1367
En lóón' voor 't vechten zó de geen' die zullen slapen.
De weerelóze schaar zich in het midden vly.Ga naar voetnoot1369
burgherhart
1370[regelnummer]
't Bezetten van de wacht, myn vórst, neem ick op my.
Al wat ghy goedt vindt, daar zal niemandt teghens momplen.Ga naar voetnoot1371
baeto
Gódt hoede myn' gemeent voor 's vijandts overromplen.Ga naar voetnoot1372
rei van joffróuwen
Gódt zy met onzen vórst, en zeghen' zyn bestaan.Ga naar voetnoot1373
| |
[pagina 104]
| |
rei van nonnen
De hemel vórst en vólck bewaar voor alle quaên.Ga naar voetnoot1374
baeto
1375[regelnummer]
Ghy jongsken, dien 't geluck onvruntlyck komt begroeten,Ga naar voetnoot1375
Vroemórghens uwes tydts, zult harden leeren moeten,Ga naar voetnoot1376
En rusten in myn' schildt.Ga naar voetnoot1377
zeghemond
Gódt wóuds. 't Voorspoock is goedt.
rei van joffróuwen
Hy achterhaal, in deughd en onverwonnen moedt,Ga naar voetnoot1378
Den vromen Hercules. Wiens kindsheidt nieuwgeboren,Ga naar voetnoot1379
1380[regelnummer]
Zich, in gelycke wiegh, tót slapen liet bekoren.
Wiens wackre manheidt zó veel aanslaghs nae volbraght.Ga naar voetnoot1381
baeto
O moeilyck etmaal! ick gevoel aan 't eindt gewraghtGa naar voetnoot1382
Myn lichaam en myn' geest.
rei van joffróuwen
Niet vreemdt is 't. Offren, jaghen,
Beróóft te worden van zyn lief, vergrammen, klaghen,
1385[regelnummer]
Te duchten voor verlies van all's, ten stryde treên,Ga naar voetnoot1385
Besluiten tót een' reis als dees', die toe te reên,Ga naar voetnoot1386
| |
[pagina 105]
| |
En komen dus een einde weeghs te voet getoghen;
Was, onverwinbaar heldt, alleen in uw vermoghen,
Om uyt te staan in zó eens korten tydts besteck.Ga naar voetnoot1389
baeto
1390[regelnummer]
't Zal goedt zyn dat ick my gewapent neder streck'.
Rust ghy my 't hóóft, o baar, bekleedt met bruine doecken,Ga naar voetnoot1391
Die hebt geladen, daar ick rust aan plagh te zoeken.Ga naar voetnoot1392
rei van joffróuwen
De wóuden zyn in slaap, daar rept nócht vee nócht wildt,Ga naar voetnoot1393
De starren stróijen vaack. Het legher raackt in stilt.Ga naar voetnoot1394
1395[regelnummer]
De vórst, heel afgemat, schynt van den slaap beschoten.Ga naar voetnoot1395
Hy pluckt geen' puure rust met óghen half gesloten.Ga naar voetnoot1393-96Ga naar voetnoot1396
Rust gezelinnen óóck een' korte wyl. Ick achtGa naar voetnoot1397
Het wel ontrent een uur is over middernacht.
| |
Rycheldin, Baeto, Zeghemond, Rei van nonnen, Burgherhart, Rei van joffren, Rei van sóldaten
rycheldin
O eegae waardt, wat lust u 't hart
1400[regelnummer]
Zó zeere tót den róuw te terghen?Ga naar voetnoot1399-1400Ga naar voetnoot1400
En wilt, met duldelóze smart,
't Gemoedt zó veel niet langer verghen.Ga naar voetnoot1402
Uw' borst van alle der quellingen stoet
Opruimen doet.Ga naar voetnoot1404
| |
[pagina 106]
| |
1405[regelnummer]
Benevelt niet met weenen naarGa naar voetnoot1405
Den glans manhaftigh van uw' óghen.
Vergeefs bewaart ghy deze baar,Ga naar voetnoot1407
Men moet my zoecken in den hóghen.
Myn geest, ontslaghen van 't sterffelyck pack,Ga naar voetnoot1409
1410[regelnummer]
Leeft in gemack.Ga naar voetnoot1410
My zal de dóchter van den Vin,Ga naar voetnoot1411
Voor haar staatdóchter meer niet hóuwen,Ga naar voetnoot1412
Het voorhóóft van de tirannin
En zal ick echter niet aanschóuwen:Ga naar voetnoot1411-14Ga naar voetnoot1414
1415[regelnummer]
Nócht list, nócht leughen, nócht laghen myn' eer
Bekladden meer.
Haar staat haar' straffe vast. Ghy zult
Dit, met een ander ryck, vergeten.Ga naar voetnoot1418
Het vólck zal, ziende' u buiten schuldt,
1420[regelnummer]
Eens 't ryck der Catten, Hessen heten;
Ter eeuwigher eere van 't edele bloedt,Ga naar voetnoot1421
Dat ghy opvoedt.
Voor u, de Goden onbelaên
Een leêghgelate pleck bewaren,
1425[regelnummer]
Die Maas, en Ryn, en Oçeaan
Omheinen met hunn' fiere baren.Ga naar voetnoot1426
Aldaar een' achtbare króne verwacht
Voor uw geslaght.Ga naar voetnoot1423-28
Daar zult ghy stichten vólck bequaam,Ga naar voetnoot1429
1430[regelnummer]
Om alle eeuwen door te duuren.
Baetauwers eerst zal zyn hunn' naam:
| |
[pagina 107]
| |
Hóllanders nae, met hunn' gebuuren:Ga naar voetnoot1432
Het welck in vreed, en in óórlogh, in al
Uytmunten zal.
1435[regelnummer]
Vaarwel. Van onzen zone jonck
En wilt uw harte nemmer scheiden.Ga naar voetnoot1435-36
U, en uw vólck, de hemel pronck'Ga naar voetnoot1437
Met lóf van zulcke vromigheiden,Ga naar voetnoot1438
Dat faam wydtluchtigh uw' glori uytbromGa naar voetnoot1439
1440[regelnummer]
Al 't aardryck om.
En mart zó lang niet hier ter plaats,Ga naar voetnoot1441
Tót datmen u belemmert vinne.Ga naar voetnoot1442
Op schennis, en veel droevigh quaadtsGa naar voetnoot1443
Is 't hart uyt van uw' vijandinne.
1445[regelnummer]
Treckt vóórt, en over de grenzen u geeft,Ga naar voetnoot1445
Die Catten heeft.Ga naar voetnoot1446
| |
Baeto, Hes, Burgherhart, Zeghemond, Rei van nonnen, Rei van joffren, Rei van sóldaten
baeto
O zuiverlycke ziel, ghy die zyt opgevloghenGa naar voetnoot1447
Ter heilzaam helle pleck: en, smet en smart onttoghen,Ga naar voetnoot1448
Met trótscher schóónheidt dan een sterffelycke bruidt,
1450[regelnummer]
In 't mid der starren steeckt ten hóghen hemel uyt:Ga naar voetnoot1450
Voor wiens vergoodt aanschyn de glorirycke lichten,
| |
[pagina 108]
| |
En sprencklen tintelgóudts aan 't blaauwe welfsel swichten:Ga naar voetnoot1452
Wiens eerelyck gelaat dat menschen harten konGa naar voetnoot1453
Verslaan op aardtryck hier, daar suffen doet de zon:Ga naar voetnoot1454
1455[regelnummer]
O edle Rycheldin, hoewel wy zyn verscheidenGa naar voetnoot1455
Zó menigh eeuwigh myl, en dat 'er tusschen beiden,Ga naar voetnoot1456
Een eindlóós midden leidt van zó veel leêghe lochts,Ga naar voetnoot1457
Van zó veel helder viers, van zó veel mistigh vochts;
Hoewel, in 't zelschap van de lichaamlóze beelden,Ga naar voetnoot1459
1460[regelnummer]
Uw reine geest deurgalmt wordt met de ware weeldenGa naar voetnoot1460
Van 't onverkeerlyck hóf, ghy neemt de moeiten aan,Ga naar voetnoot1461
Van, uyt den hóghen, hier in deze diept te slaan
't Verquickend spel uw's óóghs: en laat meêwarigh dalenGa naar voetnoot1463
Op dees' verdoemenis die luckzalighe stralen.Ga naar voetnoot1464
1465[regelnummer]
Zulx dat het flonckren van zó tróóstelyck een licht,Ga naar voetnoot1465
In myn verzoncken hart een' hóghen hemel sticht.Ga naar voetnoot1466
Wilt, óren, dit geluidt bemuuren; en doet stremmenGa naar voetnoot1467
Zó styf ais diamant de góddelycke stemmen;Ga naar voetnoot1468
En nagheltze' in myn' borst: op dat ick, met haar kracht,
1470[regelnummer]
In spoedt en teghenspoedt, gewapent hóuw' 't gedacht.Ga naar voetnoot1470
Ick vólgh, Godinne, daar ghy henen raadt te trecken.
Men steke de trompet om 't legher op te wecken.Ga naar voetnoot1472
| |
[pagina 109]
| |
Baeto, Hes, Burgherhart, Zeghemond, Rei van nonnen, Rei van joffren, Rei van sóldaten
baeto
O tróuw gezelschap, hier te marren is niet goedt.Ga naar voetnoot1473
Den vaderlande geef' nu elck de laatste groet,
1475[regelnummer]
En zich aan geen' zyd' van dees' grenzen. Eeuwigh duurenGa naar voetnoot1475
De hemel doe uw' roem by vreemden en gebuuren,
Landóuwe lief. Dit is 't lest dat ick u betreê;
En laat u, op dat u niet laat d' inlandsche vreê.Ga naar voetnoot1478
Ghy jongsken vólghtm', en wenscht dat nemmer gae verloren
1480[regelnummer]
De króón die ghy verliest; al wasse' u aangeboren
Van aver t' aver. Zeg; Gódt hoed' myn gróótvaêrs ryck.Ga naar voetnoot1481
hes
Gódt hoed' myn gróótvaêrs ryck.
burgherhart
Wy wenschen 't al gelyck.
zeghemond
De hemel, vaderlandt, spreid' over u zyn' zeghen.
rei van nonnen
De hemel hóud zyn' jonst altydt tót u geneghen.Ga naar voetnoot1484
rei van joffren
1485[regelnummer]
O plaats van ons' geboort, die hoed' u voor gequel.Ga naar voetnoot1485
rei van sóldaten
O vaderlandt, wy gaan. Het gae u eeuwigh wel.
| |
[pagina 110]
| |
burgherhart
Gróótmoedigh vórst, wy zyn nu van de plaats begevenGa naar voetnoot1487
Die met den eersten aêm opblies ons' aller leven;Ga naar voetnoot1488
Die met haar' vruchten eerst ons heeft al t'zaam gevoedt;
1490[regelnummer]
Uyt wiens gewas ons is gewassen vleesch en bloedt.
Wy hebben nu geruimt, myn vórst, en zyn hier buitenGa naar voetnoot1491
De grenzen van het ryck, en palen die besluitenGa naar voetnoot1492
De konincklycke maght, daar onzer kleen en gróótGa naar voetnoot1493
Aan onderworpen werd zelf van zyns moeders schóót.Ga naar voetnoot1494
1495[regelnummer]
En vinden ons ter pleck, daar niemandt te gebieden
Heeft over ons. Dies staat u vry ons vrije lieden
T' ontfangen in vooghdy: en ons te kiezen, wienGa naar voetnoot1497
Wy toevertróuwen dat óórbaarlyckst zal gebiên.Ga naar voetnoot1498
Het openstaande ryck wilt over ons aanvaarden.Ga naar voetnoot1499
rei van sóldaten
1500[regelnummer]
't Is onze wil.
zeghemond
Verstreckt den vólcke' een Gódt op aarden.Ga naar voetnoot1500
baeto
Ick heb de maght niet om te weigren 't geen ghy wilt.
burgherhart
Laat ons ontfangen dan den vórst op dezen schildt.
Hef op.
baeto
Ick sweer, nae wys en wetten, d' heerschappijeGa naar voetnoot1503
By raadt van d' edelst' en de best' der burgerijeGa naar voetnoot1504
| |
[pagina 111]
| |
1505[regelnummer]
Te voeren over u, myn' lieden; dien naar my,
Met wien ghy 't hóudt, voortaan uw naam Baethauwers zy.Ga naar voetnoot1506
Godt hoed' my voor 't aanstaand', en boete my 't vervloghen,, leidt,Ga naar voetnoot1507
Zó waar als dit is.
burgherhart
Hier is der Baethauwers moghenheidt.Ga naar voetnoot1508
rei van sóldaten
Lang leef' de koning.
rei van joffren
Lang gezondt.
rei van nonnen
Altydt in eer.
1510[regelnummer]
En 't mangel zyner stam aan spruiten nemmermeer.Ga naar voetnoot1510
baeto
In vrede kloeck als byên, in óórlógh kloeck als leeuwenGa naar voetnoot1511
Doorleef' myn vólck, met hunn' naekomelingen, d' eeuwen,
En nemmermeer en nyp' hen een te straf beleidt.Ga naar voetnoot1513
zeghemond
En nemmermeer en slóóp hen d' ongebondenheit.Ga naar voetnoot1514
rei van juffróuwen
1515[regelnummer]
Vórsten hóógh, die wilt bekleden
Met glori eerlyck uw' hailighe thrónen;Ga naar voetnoot1516
| |
[pagina 112]
| |
Weten moet ghy, dat redenGa naar voetnoot1517
Zinnelyck heeft, met uw' glansrycke krónenGa naar voetnoot1518
Naegekuist des zons sieraden;Ga naar voetnoot1519
1520[regelnummer]
Om u haar' zedenGa naar voetnoot1520
Nae te doen yvren, en tónenGa naar voetnoot1521
Uw' genaden
Aan goên en quaden.
Eindt. |
|