Kijkjes in 't rond
(1881)–C. Honigh– Auteursrechtvrij
[pagina 13]
| |
[pagina 14]
| |
Hop, hu, ho,
Koetsier is kleine Ko,
Die heeft me strakjes al gekruid,
Parmantig stapt hij nu vooruit.
‘Volg maar,’ roept hij, ‘ik weet den weg,
‘En, paardje, doe wat ik je zeg.
Hop, hu, ho,
Of anders - krijg je zóó.’
Ho, hop, hu!
En waarheen gaan we nu?
‘Wel, zeker ga je weer naar huis.’
Neen, vriendjelief, dat is abuis.
Ik dacht toch, dat je slimmer was,
Want onze rit begint zoo pas.
Ho, hop, hu,
Naar 't boschje gaan we nu.
Hop, hu, ho!
Ja, nu zijn wij er zoo.
Daar zie ik de eerste boomen al,
Wat lekker koel 't er wezen zal!
Daar plukken wij de bloempjes dan,
En vlechten ons er kransjes van.
Hop, hu, ho!
‘Stil, paardje!’ roept dan Ko.
|
|