Kijkjes in 't rond(1881)–C. Honigh– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 11] [p. 11] Een Huisje. Ik ken een aardig huisje, 't Is niet van steen of hout. Het heeft geen deur of venster, En toch is 't net gebouwd. Dat aardig, snoeprig huisje Is één vertrek maar rijk, Slaapkamer is 't en keuken, Ja, alles tegelijk. Eenvoudig is 't van binnen, Geen spiegel aan den wand, Geen tafels en geen stoelen, Geen bed of ledikant. En die er woont in 't huisje, Krijgt niemand ooit te gast, Omdat zijn kleine woning Voor één persoon maar past. ‘O, wil ons eens verteleen, Waar toch dat huisje staat.’ Ja, 't vreemdst is, dat dit huisje Meest heen en weder gaat. [pagina 12] [p. 12] Want de eig'naar en bewoner Is daarmeê zoo tevreê: Op wandeling en reizen Altijd sleept hij het meê. Meer wil ik nu niet zeggen, Nu raadt gij 't met gemak. Dat aardig, snoeprig huisje Is 't huisje van .. ... Vorige Volgende