maar dat laat haar volkomen onverschillig zij lacht er hoogstens wat om.
- En heeft zij daar geen groot gelijk aan?
- Dat heeft ze ongetwijfeld, antwoordde de jonge man die iets meer dan goed voor hem was, had gedronken. Maar dat maakt me zoo aantrekkelijk in haar oogen, o pardon ik bedoel natuurlijk net andersom.
- Dat begrijp ik volkomen, antwoordde Bénoist, u wilt zeggen, dat u haar daarom juist te meer bewondert.
- Precies, mijnheer, kom laten we samen een glas drinken.
- Pardon, ik zou nu onmogelijk nog iets kunnen gebruiken.
- Een glaasje aan het buffet, drong de ander aan.
- U is een diplomaat, mijnheer, antwoordde Bénoist, u wilt door mij met die jonge dame in gesprek komen. Maar dat bewijst dat u toch niet zoo heel erg jaloersch is, anders zou u een soort vijandschap tegen mij koesteren en niet met mij willen drinken.
De ander grinnikte. Hij vond Bénoist geestig.
- Weet u, zei deze het wordt tijd om te gaan slapen, laten we de kennismaking voortzetten, ik logeer in het hotel: De Zwarte