Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De lucht (1859)

Informatie terzijde

Titelpagina van De lucht
Afbeelding van De luchtToon afbeelding van titelpagina van De lucht

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.42 MB)

XML (0.12 MB)

tekstbestand






Genre

non-fictie

Subgenre

non-fictie/natuurwetenschappen/natuurkunde
non-fictie/schoolboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De lucht

(1859)–W.A. Holterman–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Gewone en zeldzame verschijnselen van den dampkring


Vorige Volgende

Hoofdstuk VI.
De hagel. - De ijzel.

Drie en twintigste les.
Het ontstaan van den Hagel. - Hagelsteenen. - Hagelwolken. - Hagelbuijen. - Sneeuwhagel.

Indien regendroppelen, door de koude zamen getrokken en gestold, uit het hooge luchtgewest op de aarde nedervallen, dan noemt men deze ijskorrels hagelsteenen, en het verschijnsel zelf den hagel.

Deze hagelsteenen zijn nu eens rond, dan hoekig; nu ligt en doorschijnend, dan weder zwaar en ondoorzigtbaar.

[pagina 34]
[p. 34]

In het binnenste van eenen hagelkorrel bevindt zich gewoonlijk eene kern van sneeuw, rondom welke zich het ijs als eene schaal schijnt gelegd te hebben; maar ook vele hebben in plaats van deze sneeuwkern, inwendig kleine blaasjes of holle tusschenruimten.

Doorgaans zijn de wolken, die met hagel bezwaard zijn, reeds van verre kenbaar door haar aschkleurig voorkomen, dat nu eens lichter, dan eens donkerder is. Ook hoort men in de lucht een hevig ruischen.

Hagelbuijen zijn in den winter zeer zeldzaam, en hebben alsdan ook alleen bij onweders plaats.

Nog veel zeldzamer is de hagel bij nacht, alsof het zonnelicht een vereischte ware tot zijn ontstaan.

De zoogenaamde Sneeuwhagel bestaat niet uit hagelkorrels of hagelsteenen, maar is volgens zekeren geleerde niet anders dan zamengevrorene sneeuwvlokken.

Dezen gaan somtijds in sneeuw, en somtijds in regen over. Dikwijls valt ook regen te gelijk met sneeuwhagel neder.

Vier en twintigste les.
Verschil in grootte der Hagelkorrels. - Nut van den Hagel.

Het is opmerkelijk dat de hagelkorrels op hooge bergen meestal kleiner zijn, dan in de laagte: waar-

[pagina 35]
[p. 35]

schijnlijk groeijen zij derhalve onder het nedervallen nog aan; wijl de waterige deelen der lagere luchtschichten zich met hen vereenigen en bevriezen,

De grootte en zwaarte der afzonderlijke hagelsteenen zijn, gelijk bekend is, zeer verschillend. Somtijds vallen er korrels, die verscheidene oncen, zelfs ponden wegen, en zoo groot als hoender-en ganzeneijeren zijn. Somwijlen heeft men ook bij zeer zware onweders, zoo als b.v. in Beijeren, in den zomer van 1817, geheele en groote ijsklompen, die vele ponden zwaarte hadden, uit de lucht zien nedervallen. Waarschijnlijk waren deze echter eene menigte zamengepakte hagelkorrels.

Even als alles, wat de goede God schiep, is de hagel ons voordeelig; wijl hij de lucht zuivert en vruchtbaarheid aanbrengt.

Vijf en twintigste les.
Verhaal van onderscheidene zware Hagelbuijen.

De vernielende uitwerkselen van zware hagelbuijen zijn bekend.

Niet alleen worden door haar de graanvelden op de schromelijkste wijze vernield, en den landman

[pagina 36]
[p. 36]

alzoo de vruchten van een geheel jaar ontrukt, maar ook dieren en menschen kunnen door groote hagelsteenen zwaar gekwetst, en zelfs gedood worden.

In het jaar 1767 teisterde eene hagelbui de stad 's Hertogenbosch en omliggende dorpen zoo vreeselijk, dat de schade der dorpen meer dan twee maal honderd duizend gulden bedroeg.

Bij een zwaar hagelweder, dat op den Zaturdag voor Pinksteren, in het jaar 1807, in een gedeelte van Duitschland heerschte, werden op onderscheidene plaatsen, onder anderen in Dresden, binnen een half uur tijds vele duizenden vensterglazen verbrijzeld. Op schaduwrijke plaatsen bleven de verscheidene voeten hoog opgestapelde hagelkorrels dagen lang liggen.

Een mijner kennissen, de onderwijzer te V., verhaalde mij voor eenige jaren, dat door eene hagelbui de glasruiten van zijn school, tot grooten schrik der aanwezige kinderen, waren aan stuk geslagen. De schade door deze bui aan veldvruchten enz. veroorzaakt, moet ook aanzienlijk zijn geweest. Velen der korrels, alstoen gevallen, hadden de grootte van duiveneijeren.

Ofschoon zulke zware hagelweders zeldzaam voorkomen, kunnen wij er echter deze les uittrekken: dat de almagtige en goedertierene God onze granen en andere vruchten van het oogenblik der zaaijing tot aan het uur der inzameling moet bewaren; daar alle menschelijke krachten niet bij magte zijn, om

[pagina 37]
[p. 37]

de vreeselijke uitwerkselen van slechts éénen zwaren hagelslag te verhinderen of te voorkomen.

Zes en twintigste les.
De IJzel.

De zoogenaamde ijzel ontstaat, in vlakke landstreken in den wintertijd, meest bij aanvangend dooiweder, wanneer de lucht wel is waar reeds verwarmd, maar de aardbodem of de sneeuw, welke den grond bedekt, nog aanmerkelijk koud is.

Vallen er nu op zulk een tijdstip regendroppelen, dan bevriezen deze zoodra zij den grond aanraken. Ook vallen er somtijds kleine regendroppels, die reeds in ijs veranderd zijn, mede op den grond neder. Dit laatste geschiedt, wanneer de lagere luchtschichten nog een' aanmerkelijken graad van koude hebben.

Door zulk een' ijsregen wordt de grond als met een dun vlies van ijs bedekt, en dit verschijnsel noemt men ijzel.

Wanneer het geijzeld heeft is het niet raadzaam, anders dan zeer behoedzaam, en met de noodige voorzorg over den weg te gaan; daar men zich alsdan ligtelijk door vallen kan bezeeren, en een ongeluk krijgen.

[pagina 38]
[p. 38]

In hooge gebergten bijv. op de Alpen zijn deze ijzelregens, zelfs in het midden van den zomer, niet zeldzaam.

Er is nog een ander verschijnsel in den dampkring, dat veel overeenkomst met den ijzel heeft, en meestal ook aldus wordt genoemd, ofschoon het niet de ijzel is, welke door den regen wordt voortgebragt. Dit verschijnsel is de ijsnevel. Hiervan zullen wij later iets meer vernemen, als er over den nevel zal worden gehandeld.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken