Grietje kan koken! Een kinderkookboek voor kinderen van 6-12 jaar(1944)–Adolf Holst– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 7] [p. 7] 4. Pannekoeken. Kind'ren, wat zullen we vandaag eens eten? ‘Pannekoeken hebben w'in geen weken gegeten: Pannekoeken! daar geef ik alles voor!’ Goed, dan bakken we pannekoek hoor. Vijf eetlepels melk met drie eetlepels meel Goed glad beslaan, dat is al veel! Een mespunt zout en twee dooiers, mooi geel, De geklopte witten voeg je ook bij 't geheel. Flink roeren! De pan op het vuur gezet, En daarin fluks één lepel vet. Is dat gesmolten, geen klontjes meer, Dan komt de pollepel in de weer: We gieten van het gladde deeg In het sissende vet een lepelvol leeg, Nu maar flink heen en weer geschud Van d'ene naar de andere kant Zachtjes geschokt en vlug gewipt, Dat er vooral niets verbrandt! Tot onze koek, zo goudbruin van tint Haar kostelijk uitzich gewint. Dan vlug op de andere zij gekeerd, En je weer evenzo geweerd! Lekker knapp'rig, met appelmoes geserveerd, Wordt hij heet uit de pan gepresenteerd! Vorige Volgende