Oplossing tekst 13
In tekst 13 heb je te maken met een rijmkalender, bestaande uit twaalf vierregelige strofen, die evenveel lettergrepen tellen als de twaalf maanden van het jaar dagen hebben. De eerste lettergreep van een feestdag of een heilige geeft de dag aan waarop dit feest gevierd wordt. De eerste lettergreep, Snyt, verwijst naar de besnijdenis van Christus, die op 1 januari herdacht wordt; de zesde lettergreep, Co, duidt aan dat 6 januari de dag van Driekoningen is, enzovoort.
Men noemt een dergelijke rijmkalender een cisiojanus, naar de beginwoorden van de Latijnse versie. Deze kalenders zijn in de 12e eeuw ontstaan in het Latijn, vanaf de 13e eeuw komen ze ook in de volkstalen voor (in Duitsland veel, in Nederland weinig). Het was de kalender voor de gewone man. Door de tekst van de cisiojanus uit het hoofd te leren, kon hij de verschillende dagen ‘benoemen’ door hun relatie tot de vaste feest- en heiligendagen aan te geven. (Zie bijvoorbeeld de datering van de oorkonden van tekst 17 en die van het testament van tekst 15.)
Met behulp van Strubbe/Voet kun je concluderen dat deze cisiojanus afkomstig moet zijn uit het bisdom Utrecht: De vermelding van Pontianus (14 januari), Odulphus (12 juni) en Lebuinus (25 juni en 12 november) wijzen daarop. Lebuinus is in dit opzicht doorslaggevend, omdat deze in andere bisdommen niet vereerd wordt.
De tekst lijkt afkomstig uit Brabant. Daarop wijzen bijvoorbeeld de woordvormen mechden in 40 (V.L.II, 51a), doch voor ‘doe’ in 39 (V.L.II, 100 opm. 1) en deylt in 26 (V.L.II, 59).
Misschien is de tekst later in het bisdom Luik terechtgekomen, waar Hubertus in strofe 11 zou kunnen zijn toegevoegd; 3 november (de dag van Hubertus) was daar namelijk een verplichte feestdag. Dat zou verklaren waarom het rijm van strofe 11 niet meer klopt.
Opm. 1: In verband met het rijm lijkt het niet onwaarschijnlijk dat broer in 13 een verschrijving is voor bier.
Opm. 2: Het woord claskyns hoort niet in 44 thuis. De strofe telt dan te veel lettergrepen en de namen na claskyns komen niet meer op de juiste lettergreep terecht. Men moet deze fout bemerkt hebben toen de namen van de feest- en heiligendagen er boven werden geschreven. (De streep is namelijk met rode inkt getrokken.) Misschien is de fout ontstaan doordat degene die de kalender overschreef twee regels te laag heeft gekeken: in 46 komt het woord vrou ook voor en daar wordt het voorafgegaan door claeskyns.
Opm. 3: Boven ce cle cri(s) in 44 (22, 23 en 24 november) zouden de namen Cecilia, Clemens en Crisogonus kunnen staan.