Cursus Middelnederlands

(1983)–Maaike Hogenhout-Mulder– rechtenstatus

Lat.	Latijns
letterk.	letterkunde
Limb.	Limburgs
l.v.	lijdend voorwerp
lw	lidwoord

m.b.t.	met betrekking tot
m.b.v.	met behulp van
med.	mededelingen
meerv.	meervoud
m.n.	met name
mnl.	Middelnederlands
mod.	modaliteit
m.v.	meewerkend voorwerp

nabep.	nabepaling
Ned.	Nederlands
nevensch.	nevenschikkend
nl.	namelijk
nnl.	Nieuwnederlands
nom.	nominatief (1e naamval)
N.Tg.	Nieuwe Taalgids
nv.	naamval
nw. deel	naamwoordelijk deel van het gezegde

o.i.v.	onder invloed van
o.m.	onder meer
opm.	opmerking
onb.	onbepaald
ond.	onderwerp
onl.	Oudnederlands
onpers.	onpersoonlijk
o.t.t.	onvoltooid tegenwoordige tijd
o.v.	oorzakelijk voorwerp
o.v.t.	onvoltooid verleden tijd

part.	partitief
pers.	persoonlijk
pred. toev.	predicatieve toevoeging
pv.	persoonsvorm

res. ww. bep.	resultatieve werkwoordsbepaling

sign.	signatuur

teg.	tegenwoordig
trans.	transitief
Ts.	Tijdschrift voor Nederlandse taal - en letterkunde
tw	telwoord

U.B.	Universiteitsbibliotheek

vb.	voorbeeld
ver.	vereniging
verl.	verleden
versl.	verslagen
vgl.	vergelijk
Vla.	Vlaams
vn	voornaamwoord
vn. bw	voornaamwoordelijk bijwoord
vnl.	voornamelijk
volt.	voltooid
voorbep.	voorbepaling
voorl.	voorlopig
voorw.	voorwaardelijk
vra.	vragend
v.v.	voorzetsel voorwerp
vw	voegwoord
vz	voorzetsel

wederk.	wederkerend
werkw.	werkwoordelijk
Wvla.	Westvlaams
ww	werkwoord

zelfst.	zelfstandig
zgn.	zogenaamd
zn	zelfstandig naamwoord
zww	zelfstandig werkwoord

Wdb. - J. Verdam, Middelnederlandsch Handwoordenboek, 's-Gravenhage 1932.

Stoett - F.A. Stoett, Middelnederlandsche Spraakkunst. Syntaxis (3e druk), 's-Gravenhage 1923.

V.L. - A.v. Loey, Middelnederlandse Spraakkunst. I Vormleer (9e herz. druk), II Klankleer (8e herz. druk), Groningen 1980.

MNW - E. Verwijs en J. Verdam, Middelnederlandsch Woordenboek, 's-Gravenhage 1885-1952.

(De getallen bij Stoett en V.L. verwijzen naar de paragrafen; die bij het MNW naar de kolommen in het aangehaalde deel.)