27 Statuten van de Lazerij te Gent
Een van de meest gevreesde ziekten was de melaatsheid. Hoewel de ziekte tn West-Europa al bekend was ten tijde van de Romeinen, werd ze pas na de kruistochten tot een echte ‘volksziekte’. Minstens 1% van de bevolking zou toen aangetast zijn. Vele steden kenden een leprozenhuis (meestal alleen voor de eigen inwoners), dat voornamelijk diende om de zieken te isoleren. Er waren echter ook vele melaatsen die niet zo gelukkig waren in een dergelijk huis opgenomen te worden en zij moesten dan ook ver van de bewoonde wereld in een hutje leven en in hun eigen onderhoud voorzien.
De melaatsen (of: lazerze, genoemd naar Lazarus) van Gent konden terecht in hun eigen Lazerij. Deze is gesticht in het midden van de 12e eeuw. In 1236 zijn de statuten ervan op schrift gesteld, gelijktijdig in het Latijn en in een Middelnederlandse vertaling. Het origineel van deze vertaling is bewaard gebleven (en bevindt zich nu in het Rijksarchief van Gent). De tekst is uitgegeven door M. Gysseling in zijn Corpus van Middelnederlandse teksten (tot en met het jaar 1300), deel I, 1, 's-Gravenhage 1977. Ik geef twee paragrafen uit deze statuten naar de uitgave door Gysseling. (De opgeloste afkortingen zijn hier echter niet gecursiveerd.)