En dan, zo gauw het weer donker is, dan legt hij bijvoorbeeld zijn hand op haar knie en dan legt zij haar hand op zijn hand en soms gaan ze elkaar kriebelen en Poppy gaat dan nogal gauw giechelen maar daarna zijn ze weer even rustig omdat er mensen zijn die zeggen dat ze op moeten houden.’
‘Ik zou dat nooit doen,’ zei ik.
‘Wat zou jij nooit doen?’ vroeg Pia.
‘Nou, dat allemaal,’ antwoordde ik. ‘Als ik naar de film ga dan wil ik dat het een spannende film is en dan zou ik nooit zo zitten vervelen en ik zou ook Poppy niet gaan zitten kietelen. Dat is toch heel storend.’
Pia was een tijd stil en peuterde met een van de kromme spijkers in het pad.
‘Jij snapt er niets van, geloof ik,’ zei Pia toen. ‘Natuurlijk ga jij niet met Poppy naar de film. Jij bent ook geen vriendje van Poppy en bovendien is ze veel te oud voor jou. Het idee. Jij moet natuurlijk met een ander meisje naar de film gaan, een meisje dat je erg leuk vindt. Ken je er geen?’
Ik roerde met de schroevedraaier in het kistje en hutselde de ruwe rondhoofden, de Union Tacks, de tapijtspijkers, de krammen, sleutels en weet ik wat al niet nog eens goed door elkaar en dacht intussen na over meisjes. In onze buurt woonden tientallen kinderen en daar waren heel wat meisjes bij. Hoeveel wist ik niet, ik had ze nooit geteld.
Pia noemde een stel namen.
‘Wat vind je van Anneke de K.?’ vroeg ze.
Ja, wat vond ik daarvan?
En van Sofie S., die altijd met jongens wilde vechten en hen dan in hun piemeltje kneep? En van Lucie B. die vol sproeten zat en Wies v.d. P. die ooit haar enkel had gebroken in de speeltuin? En van Annie hoe heet ze ook al weer, met die lange haren die ze steeds naar ach-