Piet de Smeerpoets, zijn berouw en bekeering(ca. 1875)–Heinrich Hoffmann– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 8] [p. 8] 3. En 's andren daags begon de schaar Aan 't lang en stug en stopplig haar; 't Hing rond zijn hoofd als borstels neêr. De smeerpoets leek een ruige beer, Een wilde bok, een vuile ram, Of 't stekelvarken met zijn pennen; Er was in hem geen knaap te kennen! Maar toen zijn lieve moeder kwam Met schuijer en met schaar en kam, Liet hij zich helpen als een lam. Zij knipte en kamde tot den nacht En toen was 't werk eerst half volbragt. [pagina 9] [p. 9] Lith. v. Emrik & Binger. Vorige Volgende