Piet de Smeerpoets, zijn berouw en bekeering
(ca. 1875)–Heinrich Hoffmann– Auteursrechtvrij
[pagina 6]
| |
2.Lith. v. Emrik & Binger.
| |
[pagina 7]
| |
Zijn moeder zag hem vriendlijk aan;
‘Kom jongen! dat is wijs gedaan!’
Zoo sprak ze, en met de groote schaar
Was zij terstond tot knippen klaar.
Doch - 't ging er met geen schaar door heen;
Wat kracht zij deed, het wou niet lukken,
Zij kon de schaar niet zamen drukken:
De nagels waren hard als been.
Toen nam ze een zaag, - wat schreeuwde Piet!
Maar 't ging er door en 't hielp hem niet.
Doch eerst bij 't vallen van den nacht
Was 't zware werk ten eind gebragt.
|
|