Piet de Smeerpoets, zijn berouw en bekeering
(ca. 1875)–Heinrich Hoffmann– Auteursrechtvrij
[pagina 10]
| |
[pagina 11]
| |
Maar naauwlijks kraaide weêr de haan,
Daar moest ook de andre helft er aan,
En dapper gingen kam en schaar
Door 't overschot van 't borstlig haar.
Al trok ook Piet een scheef gezigt,
Al deed de pijn hem telkens schreijen,
Zijn moeder had geen medelijên,
Het werk moest tot het eind verrigt,
De heele warpruik gladgesnoeid,
En al de stoppels uitgeroeid.
Maar 's avonds laat - dat was een pret -
Ging Piet met krulhaar naar zijn bed.
|
|