Een nieuw aardig prentenboek
(ca. 1885)–Heinrich Hoffmann– Auteursrecht onbekend
[pagina 11]
| |
[pagina 13]
| |
Het groote paard, dat werd toen kwaad,
Ziet, hoe het beest naar acht'ren slaat;
Hij raakte Karel op zijn scheen,
Die stortte neêr, en brak zijn been.
Daar schreeuwt nu Karel, ‘ach!’ en ‘wee!’
Daar ligt hij op de kanapée,
Hij kermt en jammert en hij schreit:
‘O wee, mijn been, wat smart, wat spijt!’
|
|