Een nieuw aardig prentenboek(ca. 1885)–Heinrich Hoffmann– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 15] [p. 15] De Geschiedenis van den Vliegenden Robert. Als de regen nedervloeit, En de stormwind tiert en loeit, Zijn bij 't hoekje van den haard Kind'ren 't allerbest bewaard. ‘Neen!’ - dacht Robert, - ik wil niet vreezen, ‘Zulk een weer moet heerlijk wezen!’ Weg snelt hij, met dollen kop En zijn paraplu'tje op. 't Stormweer raast met dol geweld, Boomen worden omgeveld, Robert zwoegt toch door, en nu, Vat de wind zijn paraplu, En hij vliegt door 't luchtruim voort; Niemand, die zijn schreeuwen hoort, Wolken snelt hij reeds op zij, En zijn hoed vliegt hem voorbij. Door de wolken vaart hij heen, Vruchtloos is zijn bang gesteen En zijn hoed waait ver hem voor, Heel de hoogen hemel door. Waar hij zoo is heen gesneld Is aan niemand nog verteld. Vorige Volgende