de deur van het slot oom Drosselmeier zelf; maar niet grooter dan papa's duim. Frits, met zijn armen op de tafel geleund, had het mooie kasteel en de dansende en wandelende figuurtjes goed bekeken; toen zei hij: ‘Oom Drosselmeier! laat mij ook eens het kasteel binnen gaan.’ De vrederechter zei, dat dit heelemaal niet kon en hij had gelijk; het was heel gek van Frits, een kasteel te willen binnengaan, dat met gouden torens en al niet zoo groot was als hij zelf. Dat zag hij dan ook in; maar na een poosje, toen altijd weêr dezelfde heeren en dames wandelden, en dezelfde kinderen dansten, en dezelfde groene man uit hetzelfde venster keek en dezelfde kleine oom Drosselmeier voor dezelfde deur kwam, riep de jongen weêr: ‘Toe oom, laat die groene man nu 'es door een ander venster kijken.’ ‘Dat gaat niet, Fritsje-lief,’ zei de vrederechter. ‘Nu, laat hem dan eens met de anderen rondwandelen,’ zei Frits. ‘Dat kan ook niet,’ zei oom, maar Frits hield nog niet op. ‘Dan moeten de kinderen er eens uitkomen,’ zei hij, ‘ik wil ze wat dichterbij zien.’ ‘Och, dat kan allemaal niet jongen,’ zei oom, nu een beetje knorrig, ‘zooals de mechaniek gemaakt is, zoo moet het blijven.’ ‘O zoo,’ zei Frits langzaam, ‘kan dat allemaal niet? Nu, weet je wat, oom! als uw mooie poppetjes niks anders kunnen doen dan altijd maar weêr hetzelfde, dan zijn ze ook niet veel bijzonders en dan geef ik er geen zier om. Neen hoor, dan heb ik liever mijn huzaren; die moeten marcheeren voorwaarts of rechts uit de flank, net zooals ik het hebben wil, en die zitten niet ingesloten in een huis.’ Toen ging hij weêr gauw naar de andere tafel, en liet zijn huzaren op de zilveren paardjes heen en weêr draven naar hartelust. Ook Marie sloop weg, want het dansen van die poppetjes in het slot begon ook haar erg te
vervelen; maar, omdat zij goediger en beleefder was dan Frits, liet ze dat niet zoo blijken. De vrederechter zei knorrig tegen mevrouw Staalboom: ‘Ik zal mijn kasteel maar weêr inpakken, want zoo'n kunstwerk is eigenlijk niet geschikt voor domme kinderen;’ maar toen vroeg mama, of hij haar het kunstige raderwerk eens wilde laten zien en hoe de