Oude Vlaemsche liederen(1852)–A.H. Hoffmann von Fallersleben– Auteursrechtvrij Vorige Volgende Och Lacy! De bloemekens aen der heiden. de loverkens in het wout, wes (waerop) sullen si noch ontbeiden och lacy, den winter is cout. [wachten]? dat wisten de voghelkens clene, si vloghen over de see. en ic sit hier allene, dat doet miner herten so wee. Wie sal noch plucken en winden de rosen tot enen crans? wie sal noch onder der linden gaen springhen den avontdans? ic woude, ic mochte verdromen den arghen winter cout, en slapen met al de bomen en bloemen in beemt en wout! Vorige Volgende