25.[regelnummer]
Dat hi ons niet en ontwike,
aen hem licht alle mijn troost.
altoos als ic hem niet en ghevoele,
mijn siele en wort niet verloost.
so verenighe mi in dijnre minnen,
so en mach mi nimmer bet gheschien.
B. 36. - Hs. 5, 3. crensellyn - 7, 4. die heyten sp. - 14, 4. niet do en - 16, 2. nachtes - 18, 3. steet - 21, 2. liever (liefde) - 21, 4. cracht (schacht) - 23, 4. hertsen - 24, 4. begeren - 26, 4. nvmmermeer.