Horae Belgicae(1968)–A.H. Hoffmann von Fallersleben– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 307] [p. 307] ¶ Nr. 172. Erst bezahlt und dann gezecht. 1.[regelnummer] Het wijntje dat is er zoo zoet van smaak, het heeft er ons aan den drank gemaakt. den eenen zal men houden, den ander zal men slaan, wij zullen alle drie met het g'lag door gaan. 2.[regelnummer] 't Waardinnetje in de kamer quam met eenen blank zwaard al in haar hand, met eenen blank zwaardetje en eenen roer, zoo sprong dat waardinnetje over de vloer. 3.[regelnummer] Zij zeide: ‘sa gasten, 't en mag er zoo niet zijn! voor u en is er geen biertje of geen wijn, voor u en is er geen biertje of geen wijn, of daar moest eerst een goudguldentje zijn.’ 4.[regelnummer] De jongste in zijn binnebeursje schoot, hij haalde daar uit drie kroonen waren rood, hij haalde daar uit drie kroonen waren rood, die worp hij 't waardintje in haar schoot. 5.[regelnummer] Hij zeide: ‘waardinnetje, daar is er jouw geld! 't isser niet te veel, maar 't isser wel geteld, 't isser niet te veel, maar 't isser wel genoeg: kom, laat er ons drinken tot morgen vroeg!’ Holländisch: Thirsis Minnewit 1. D. bl. 106. Vorige Volgende