Proeve eener theorie der Nederduitsche poëzy
(2002)–O.C.F. Hoffham– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 69]
| |
vaerzen? Immers is alle poëzy prosa in vaerzen (§. 3.), en de dichtstoffe alleenlyk het prosaïsche deel der poëzy (§. 12.). Sommige dwaalende kritieken dryven echter, dat een dichter niet alle dichtstoffen in vaerzen moet behandelen; dat slechts die dichttafereelen, gelyk zy ze noemen, waarin de poëet als poëet en kunstenaar zelf spreekt, in vaerzen mogen zyn begrepen, doch dat zodaanige dichtstukken waarby aan den poëet zelv' niet moet worden gedacht, maar waarin men de natuurlykstspreekende persoonen uit het gemeene leven alleen moet zien en hooren; -- met één woord, dat alle tooneelstukken, van wat natuur of benaaming ze zyn, de vaerzen uitdruklyk verbieden. De waan en het averechts gevoelen deezer blinde oordeelaars is blykbaar, wyl de keurlyke en verhevene tooneelpoëzy niets dan kunstloos en nederig prosa zou zyn, indien het zegel en de ziel der poëzy, indien vaerzen, trant en rym daaraan ontbraken; en reeds hebben wy gezien, dat de vaerzen het kunstigste en wezenlykste deel der poëzy uitmaaken (§. 22.). Tooneelstukken in prosa zyn dan niet te dulden (§. 35.); en alle dichtonderwerpen, zullen zy poëzy uitleveren, moeten in vaerzen begrepen zyn. Uit deezen hoofde zyn by voorbeeld Cervantes Don Quichot, Fenelons Telemachus, Marmontels Belisarius, Rousseaus Heloïse, Richardsons Grandison, Sternes Tristram Shandy, Holbergs Klaas Klim Ga naar voetnoot181, en alle | |
[pagina 70]
| |
soortgelyke schriften, geenszins dichtstukken, maar slechts eenvouwdige romans; en even uit dien hoofde is Feitamaas Telemachus eerst waarlyk een volmaakt dichtstuk. Had Fenelon, hadden alle de genoemde heeren vaerzen kunnen maaken, zy zouden zeker niet in gebreke gebleven zyn en dichtstukken geleverd hebben. Feitama daartegen zou, in plaats van Fenelons prosa te vertaalen en te berymen, even zo ligt een diergelyk oorsprongklyk dichtstuk hebben kunnen maaken, doch hy vond zulks niet geraaden. |
|