| |
Bijvoegsels en verbeteringen.
Blz. 12, achter reg. 10 bij te voegen:
Uit het Passionael, Winterstuck, van 1489, fol. 167, c, blijkt, dat de exorcisatie ook plaats had bij de inzegening des huwelijks. |
Blz. 14, achter reg. 18 bij te voegen:
AKKERMANNEKEN. Wanneer al de schoven op een akker gehokt zijn, d.i. tot hokken (bij rogge van zes schoven) gezet zijn, en er blijven nog eenige schoven over, maar niet genoeg, om een volledig hok te vormen, dan worden deze schoven afzonderlijk bijeengezet, en dit onvolledig hok heet het akkermanneken. De reden dezer benaming is mij onbekend. Zoude dezelve ook op dezelfde wijze gemeend worden, als aardmanneken, 'twelk men wel eens van iemand, die eene kleine gestalte heeft, zegt. |
| |
| |
Blz. 16, achter reg. 14 bij te voegen:
Ten bewijze, dat reeds van ouds al of de beteekenis had van als of, blijkt uit den Brieve daarmede Graaff Johan (van Nassau) vleent den poorteren ende gemeene ingesetene van Breda datsij haer bieren mogen brouwen sonder eenige gruyte off acchijse daar aff te geven, van 't jaar 1446, bij mij in handschrift berustende, in welken men leest: ‘en so wie de contrarie van eenig van de voors. puncten dede, en also dicke als hij daarinne bevonden sal werden, die sal van dien volcomen gruytgelt en acchijse moeten geven gelijk al off wij geen vrijhijt daar aff gegeven hadde.’ Men ziet, dat al of hier niet wel iets anders kan beteekenen, dan als of, welke beteekenis het ook heeft in de Ordonnantie ende Instructie, innehoudende den stijl ende maniere van procederen voor de Hooft ende Leen mitsgaders de Schepenbancken der stadt Breda, alwaar, art. XIV, voorkomt: ‘alle vonnissen.... sullen haer effect sorteren in alder voegen ende manieren, al oft die ware gewesen bij 't volle collegie.’ |
Blz. 18, reg. 4, bij te voegen:
Zoude dit amper ook betrekking hebben tot het oud Fransche ampere, door Roquefort, Supplém. au Gloss. de la Langue Romane, uitgelegd à côté, auprès, près? |
Blz. 22, reg. 19, staat collis, lees: callis, |
Blz. 23, achter reg. 4 te voegen:
BAAR. Dit woord gebruikt men elders alleen in de beteekenis van doodbaar of lijkbaar; hier dikwijls in de algemeene beteekenis van een werktuig om te dragen, berrie, burrie. Allen zijn afkomstig van het oude baren, beren, het tegenwoordige beuren. |
| |
| |
Blz. 32, achter reg. 7 te voegen:
BEGAAN hoort men hier somtijds voor begraven, ter begrafenis gaan; en geen wonder, daar men op begankenis zien kan, dat dit eene begrafenis beteekent, te meer daar het in den Teuthonista overgezet wordt exequias facere. |
Blz. 35, achter reg. 20 te voegen:
Ik vermoed, dat in den Bijbel bij W. Vorsterman, van 1528, Proverb. 6, lett. d, in plaats van daartoe vergadert hē hi selve Leelicheijt, gelezen moete worden seelicheijt, omdat het aldaar in de kantteekening uitgelegd wordt door plaghe, en, in de Liesveltsche Bijbels, plaghe aldaar in den tekst zelven is opgenomen, zijnde het bekend, dat plaghe in de oude taal meestal pest beteekent, als de plaag of ellende bij uitnemendheid. |
Blz. 42, reg. 22, staat: Caritate, lees: Caritaten, |
Blz. 44, achter den laatsten regel te voegen:
BELAGCHELIJK wordt te Breda somtijds niet in eenen kwaden zin voor bespottelijk gebruikt, maar voor lachverwekkend. |
Blz. 60, reg. 22, staat: gble ven lees: gebleven |
Blz. 63, achter reg. 26 té voegen:
Van bezetting wordt gehandeld in art. 16, 20 en 31 van het Landrecht van Breda en in mijne M.M. Costumen aangaande de manier van procederen te Breda, alwaar eerst gehandeld wordt van procederen bij citatie, en vervolgens meer uitvoerig van procederen bij bezetting. |
Blz. 65, achter reg. 20 te voegen:
BIEDIEF is een klein vogeltje, door de landlieden aldus genaamd, niet, gelijk van zelf spreekt, omdat
|
| |
| |
het op de bijen, maar op de vliegen aast. Het is van eene bruinachtige kleur en zeer tam van aard, zoodat het zeer gemakkelijk zich gewent, om in opene huizen of schuren rond te vliegen, vooral wanneer het zich eene rijke vangst van vliegen aldaar belooft. |
Aldaar, reg. 21, staat: in de Provincie Antwerpen, lees: aan de kanten van het Markiezaat van Bergen-op-Zoom, |
Aldaar, achter reg. 27 te voegen:
Ook hier is te bier gaan in dien zin in gebruik. In Friesland heet het to bjear geân; zie Wassenbergh, Bijdr. tot den Frieschen tongval, 2. St. blz. 18. In Holland zegt men veel op een pintje gaan. |
Blz. 79, achter reg. 16 te voegen:
BOORD, voor bord, eene plank. B.v. eene kast met vijf of zes boorden. Zie wijders Berd. |
Blz. 80, achter reg. 25 te voegen:
BOTSEN, voor halve laarzen. Bekend is de boteschoen der ouden, welke gevoegelijk zoude kunnen toegepast worden op de schoenen der landlieden, welke tot over den enkel gaan, om door het slijk te kunnen waden. Vergelijk ten Kate, 2. Proeve, blz. 603, in boot. |
Blz. 83, achter reg. 19 te voegen:
BREE-VEERTIEN, Ik heb voorheen hier veel de spreekwijze gehoord de bree-veertien uithangen of laten waaijen, in de beteekenis van vele en overdadige geldverteringen maken. Den oorsprong van dezelve heb ik niet kunnen navorschen, ten ware dezelve van de zeelieden mogte ontleend zijn, die, van eenen verkwister sprekende, misschien zeggen, dat hij de bree-veertien uithangt, d.i. eene breede vlag of
|
| |
| |
eenen breeden wimpel van veertien ellen lengte laat waaijen, met zinspeling op de bekende bank, breeveertien genaamd. |
Blz. 84, achter reg. 6 te voegen:
BREMSCHIJTER noemen de landlieden zeker klein vogeltje, niet omdat deszelfs uitwerpsel naar de bloem der brem gelijkt, maar omdat hetzelve veel op de brem gevonden wordt, zonder dat men mij heeft weten te zeggen, of het op de brem aze, schoon men zulks niet voor waarschijnlijk hield. |
Blz. 91, achter reg. 24 te voegen:
Na het afdrukken van dit blad, heb ik in de belangrijke Verhandeling der Heeren Ypey en Feith over het Goorecht gevonden, dat de papieren bullen der Pausen, als van mindere waarde, chartae bullae genaamd werden, waarvan chartebelletje zoude afkomstig zijn. Mij kwam, dit lezende, in de gedachte, of dit ook op het hier behandelde bullen konde betrekking hebben. |
Blz. 100, reg. 11, te voegen achter de woorden: van verwantschap.:
In het Hunsingo-Landregt, uitgave van 1679, leest men, art. 27: ‘Een richter mach geen richter wesen over zijn bloetsverwanten in de opgaende ende deel-gaende linije.’ Boek 2, art. 56, staat daelgaende linije. |
Blz. 101, achter reg. 28 te voegen:
DAPPEN zeggen de bouwlieden om Breda niet alleen voor het maken van eenen kuil door de paarden, maar ook voor het maken van denzelven met menschenhanden; zie wijders Wachter, in tappen, 2. loco. In Groningerland is een taperig paard een paard, dat niet wil stilstaan. |
| |
| |
Blz. 106, achter reg. 27 te voegen:
In het Passionael, Winterstuck, van 1489, fol. 158, a, wordt deerne zelfs van eene koningsdochter gebezigd. |
Blz. 118, achter reg. 20 te voegen:
Domphoorn komt voor onder anderen in den Bijbel bij W. Gailliaerdt, 1568, Exod. 25, vs. 38; lichtscheeren en̄ domphoornen van louteren goude. |
Blz. 126, achter reg. 6 te voegen:
DRAF. In den draf zitten, voor in beslommering zitten, in verlegenheid zijn. Dat draf hier het grondsap of het vuil overschot van iets is, ziet ieder. |
Blz. 137, achter reg. 17 te voegen:
Eenloopende luijden wordt zoo wel van het vrouwelijke als mannelijke geslacht gebezigd in het Tractaat van des Pastoirs rechten tusschen den Cureyt en Coster en Burgemeesteren der stad Breda, van 12 Jan. 1481, te vinden in de Oude keuren van Breda, bij mij in handschrift berustende. |
Blz. 138, reg. 10. De woorden ‘te zijn’ worden uitgewischt. |
Aldaar, achter reg. 22 te vroegen:
Eerine (eerene) vindt men in den Bijbel bij W. Gailliaerdt, van 1568, Exod. 27, v. 19: ‘Oock alle het gereetschap der wooninghe tot allerleij ampt, en alle sijne nagelen en alle de nagelen des Hofs zullen eerine zijn.’ De Staten-overzetting heeft koperen. |
Blz. 139, achter reg. 26 te voegen:
Men spreekt het hier ook ekker uit, even als het Neder-Saks. äcker, 'twelk hetzelfde beteekent. |
Blz. 159, achter reg. 13 te voegen:
Daar bij de Franschen de mars van eenen mast gabi genoemd wordt, zoude welligt iemand op de
|
| |
| |
gedachte kunnen vallen, als of een zoodanige rondloopende bediende van de vischmarkt, als hier beschreven is, gabie heette, met toespeling op de mars van den mast, zooveel als ga, loop; dan, dewijl niet wij, voor zoo ver mij bekend is, van de Franschen eenige scheepswoorden overgenomen hebben, maar wel dezen zeer vele van ons, komt mij dit zeer onwaarschijnlijk voor. |
Blz. 160, reg. 18 bij te voegen achter de woorden ‘te gebruiken’:
Men schijnt van hetzelve ook in het brouwen van bier gebruik gemaakt te hebben; althans vind ik in de Keuren en Costumen van Breda, van welke ik twee eensluidende handschriften bezit, fol. 167, bij elkander gevoegd worssche off bier off gijl. Dit worssche is bij Kiliaan overgezet decoctum, en gijl is hetzelfde als gagel, waarom ook hoppe en gagel te zamen gevoegd worden in de plaats door van Hasselt uit van Kinschot's Beschrijving van Oudewater aangehaald. |
Blz. 172, reg. 13, staat: Ook wel wel - lees: Ook wel |
Blz. 173, reg. 5, staat: gehuist - lees: gehuisd |
Blz. 180, achter reg. 5 van ond. te voegen:
GELOS. Voor het lezen der voorwaarden van eenigen verkoop is de Notaris of Uitroeper te Breda gewoon te zeggen gelos mannen! Dit gelos beteekent aandacht (attentie), en komt van het bij Kiliaan gevonden wordende losen, in de beteekenis van auscultare, in het Hoogd. ook losen; zie Wachter, op lauschen, 2. loco. Van ons losen is waarschijnlijk het frequentativum luisteren gevormd. Dat het gebruik van 't woord gelos zeer oud is, blijkt uit art. 30 van den Ambachtsbrief der Vischkoopers te dezer stede, van den jare 1591, 'twelk aldus luidt: ‘Ende soo wanneer men afslaat, ende den Inmeester gelas geroe- |
| |
| |
pen heeft, sal een iegelijk gehouden zijn audientie te geven en stille te swijgen.’ |
Blz. 223, achter reg. 18 te voegen:
Hiertoe heeft betrekking de zinsnede uit den Gildenbrief voor de Kleedermakers der stad Breda, van 1592, alwaar, art. 9, gezegd wordt: ‘gelijk ook alle Borgeren ende Ingeseetene voorschreven op hunnen heert, binnens huys, allerhande oude werken daar geen elle of maat overgaat ende ook nieuwe werken, tot dreyvierendeel van een Bredaasche elle toe van elk stuks werk maar niet meer of daarover, ten ware dat nieuwe voederlaaken waere, bij eenen die 't sal believen, weder die in 't ambagt zij ofte niet, mogen doen werken.’ Alsmede het 1. artikel der additie op dezen brief van 9 Mei 1633. |
Blz. 227, achter reg. 20 te voegen:
HAM is een gehucht onder Dongen; en onder Prinsenhage heeft men een gehucht, 'twelk Hambroek heet. Zie over dezen naam, zoo op zich zelven, als met een ander woord vereenigd, mijne Naamsuitgangen, blz. 53 en volgg. |
Blz. 235, achter reg. 3 van onder te voegen:
HEEREN. Dit werkwoord wordt in de omstreken van Breda door de bouwlieden gebruikt voor het leven van zijne renten der dorpelingen en platten lands-bewoners, hetwelk in de steden rentenieren genoemd wordt. Heeren is ook hier den heer spelen, waarvan het spreekwoord: ‘als heeren boeren (d.i. zelve de bouwerij bestieren en uitoefenen), en boeren heeren (d.i. een heeren-leven leiden), is scha voor de hand. |
Blz. 255, achter reg. 12 te voegen:
In mijn afschrift der Keuren van Breda, vind ik eene
|
| |
| |
rubriek van Dingtalen en te hoot te wijsen, en onder dezelve de volgende artikels: ‘Item so wat saken dat schepenen van de dorpen van den Lande van Breda van nu voortaan te hoode wijsen sullen, deselve schepenen de saken moeten doen stellen in geschrifte, en dat parthijen laten hooren binnen den eerste genechte nadat sijt te hoode gewesen hebben en dan terstond toesluyten en zegelen en verwarent ter tijd toe dat zij beschreven worden van den Drossaart te hoode te comen, op de verbeurte van der hoocosten die gedaan sullen worden op den dagh dat die voors. schepenen alsulck vonnis te hoode brochten d'welck niet in geschrifte geset en ware also voorschreven staat.’ ‘Item om te schouwen den cost: van parthijen, so wat vonnis van nu voortaan te hoode gebracht wort, dat sal geschieden alleenlijk bij den schouteth off sijnen stadhoudere met twee schepenen sonder meer en op der parthijen cost.’ Hoot meen ik, dat alhier beteekent hoofd, en te hoode zoo veel als ter hoofdbanke. |
Aldaar achter den laatsten regel te voegen:
In het Landrecht onderhouden binnen de stadt Breda van seer oude tijden tot op heden desen daghe den 1. October anno 1400, en daarna tot 1570, in handschrift bij mij berustende, luidt het eerste artikel: ‘Item Breda heeft een hooftbanck daarbij appel comen alle de bancken van de Dorpen 's Lands van Breda, die van Steenbergen, die van Eeckeren, onder de twee Heeren die van Merxem ende Schooten, die van Loenhoudt ende die van Oostmal.’ Het spreekt van zelve, dat, na het overgaan van Breda aan de Staatsche zijde, dit artikel grootendeels vervallen is. |
| |
| |
Blz. 258, achter reg. 18 te voegen:
Echter zeide men oudtijds ook hoorig en ongehoorig, voor obediens en inobediens. |
Blz. 279, achter reg. 9 te voegen:
Hiervan het bekampen van akkerland, in het Landrecht van Hunsingo, blz. 108, uitg. 1679. |
Blz. 288, achter reg. 11 te voegen:
Men vindt kemp voor kennip in de Ordonnantie voor de Cremers der stad Breda, van den jare 1447. Kiliaan heeft het ook. Doch in de Ordonnantie dier stad voor de Kraankinderen, van 1638, heet het campt, 'twelk eenigzins nader aan het Lat. cannabis komt. |
Blz. 320, reg. 12, staat: van Oosten de Rruyn, lees:
van Oosten de Bruyn, |
Blz. 321, achter reg. 22 te voegen:
Zonderling genoeg vindt men, in de Ordonnantie van Graaf Hendrik van Nassau van 27 December 1509, op het salaris van Schouth, Schepenen, Secretaris, Roedrager enz., de uitdrukking van sterffhuis houden, voor het houden van erfhuis bij eenen overledene. |
Blz. 325, achter reg. 2 van onder te voegen:
KORE, core, d.i. keure, voor boete, komt voor in de Keuren van Breda: ‘Item in jaarmarcten sullen alle cramers ende marsmans staan jegens het kerkhoff op eene core van schell. 10.’ Van keure in deze beteekenis heeft men nog bekeuren, en in dien zin komt het meermalen in gen. Keuren voor. |
Blz. 328, reg. 22, te voegen achter de woorden: ‘(treeft) crauwele. -’ In het Extract uit den Keurboeck der stad Breda van 't voordeel d'welck den langstlevende van huwelijks lieden te Breda is competerende, bij mij in handschrift berustende, vind ik onder het vóórdeel van den langstlevende ook opgeteld een craeffel, d.i. eene
|
| |
| |
groote ijzeren vork, om het vleesch uit den ketel te nemen. |
Blz. 331, achter den laatsten regel te voegen:
Na het drukken mijner aanteekeningen op het woord krikkemikken, dezelve herlezende, viel mij het woord kakkemik in, 'twelk ik mij herinner ergens ontmoet te hebben, zonder het te kunnen wedervinden, en dus in staat te zijn de beteekenis op te geven. Zoude het ook het hier aangevoerde kerkemikke, meerv. kerkemikken, zijn? In het Neder-Saksisch wordt de r in vele, vooral zamengestelde, woorden, weggelaten, waarvan ik elders eenige voorbeelden heb bijgebragt. Zoo zegt men, om bij kark, ons kerk, te blijven, in die taal, karspel en kaspel, voor karkspel, ons kerspel of karspel; kaspiel in plaats van karkspiel, van welk woord zie Martinius, in Parochia; de Oude Friesche Wetten, blz. 336; von Wicht, Oost-Fries. Landrecht, p. 874; de Nieuwe Bijdragen, 2. D. blz. 397; Tegenw. staat van Drenthe, 2. St. blz. 2; en 't Groningsche Genootschap, T. 1, p. 187, met welks gevoelen ik mij echter niet kan vereenigen. |
Blz, 333, achter reg. 6 van onder te voegen:
De hier bedoelde plaats bij Breda heet eigenlijk, in het meervoud, de Krochten, en in oude stukken de Kruchten. |
Blz. 339, achter reg. 2 te voegen:
KUIMEN, voor klagen, wordende zelfs somtijds deze woorden zamengevoegd, kuimen en klagen. Bij Kiliaan is het gemere. |
Blz. 341, achter reg. 13 te voegen:
KWAK. Een kwak appelen, aardappelen enz., voor een hoop appelen enz. |
Blz. 371, reg. 8, staat: lichrhorn - lees: lichrhourn |
| |
| |
Blz. 383, achter reg. 3 te voegen:
MET. Men hoort in deze streken, vooral naar den kant van 't Markiezaat van Bergen-op-Zoom, veel met iets verlegen zijn, in plaats van om iets verlegen zijn; b.v. ik ben met geld verlegen, d.i. ik heb geld noodig. |
Blz. 385-387. De hier behandelde woorden meijen en meijer moeten blz. 381 achter het woord mei gelezen worden. |
Blz. 433, achter reg. 25 te voegen:
Eenen bediende zijn oorlof geven, voor zijn afscheid geven, heb ik in oude stukken niet alleen in eenen goeden, maar ook in eenen kwaden zin, b.v. om wangedrag, gevonden. |
Blz. 445, achter reg. 3 van onder te voegen:
Van paap had men het bijv. naamwoord papelijk, 'twelk ik in oude Bijbeluitgaven gevonden heb, en bij Jan van Heelu, Slag van Woeringen, vs 6033, uitgaaf van J.F. Willems. Bij Maerl., Sp. Hist. 1. P. 2. B. 1. K. 46 v. vindt men: ‘een pape die er op wilde mieken.’ Hier schijnt het een voorzegger, wigchelaar, te beteekenen, en deze kon tot het priesterdom behooren. Dan, volgens eene aanteekening van eenen mijner verstorvene vrienden, vindt men paap bij de ouden ook voor een groot, vermogend vorst, regter, wijze. |
Blz. 449, reg. 3 van onder, staat: turfbrikken. Lees: turfbritten. (Brete, brette, britte is bij Kiliaan frustum sive pars cespitis.) |
Blz. 458, reg. 2, achter het woord peilpaal te voegen:
Ook wordt het peil des vaatwerks in de Ordonnantie voor de Koopbrouwers der stad Breda, van 1561, de pegel genaamd. |
| |
| |
Blz. 461, achter reg. 3 te voegen:
Weinig in de Hagiologie ervaren, had ik het voorgaande ter nedergesteld, toen ik onlangs uit de nieuwsbladen bespeurde, dat de St. Philippus-dag, de naamdag van den Koning der Franschen, op den 1. Mei invalt, waaruit 't mij klaar en duidelijk werd, dat niet aan de Protestantsche maar aan de Roomsche bevolking dezer stad de beuaming van Philippus-hout moet worden toegeschreven. |
Blz. 464, reg. 2, staat: ferocitas, lees: feracitas, |
Blz. 481, achter reg. 1 te voegen. Dezelve worden reeds raaijmakers genaamd in den brief der regering van Breda van 3 Mei 1561, bij welken de kuipers van het gild derzelven en van eenige andere ambachten gescheiden worden. |
Blz. 495, achter reg. 16 te voegen:
Het zelfst. naamw. ritsing komt voor in het 4. art. der additie op den Gildenbrief der wijnkoopers te Breda, van den jare 1702. |
Blz. 526, achter reg. 2 te voegen:
In den geamplieerden Gildenbrief der schoenmakers te Breda van den jare 1590 leest men, art. 6: ‘ende gedurende den vrijdom derzelver (ledermarkten) zal een ieder desaangaande vrij sijn, ende sijn leeder moogen verkoopen tot sijn schoonsten.’ |
Blz. 545, achter reg. 2 van onder te voegen:
In het 8. art. van den Gildenbrief der Bierkruijers, van 1681, leest men: ‘Item sal ook niemant bevoegt weesen eenig bier-asijn te moogen werken uit kelders, oft pakhuijsen, als door bierkruijers alleen, sonder dat eenige slameurs, ofte andere weesende buiten het bierkruijers gilde daartoe sullen mogen werden geemploijeert.’ |
| |
| |
Blz. 551, achter reg. 15 te voegen:
Bij nadere overweging zoude ik eerder denken, dat slip vangen betrekking hadde tot de spreekwijze slip bieden, bij Kiliaan overgezet cedere foro, fraudare creditores cum summa infamia; zoodat slip vangen beteekene niets van zijnen schuldenaar dan de gebodene slippe ontvangen. Ik vermoed evenwel, dat slip bieden niet altijd in eenen kwaden zin voor cedere bonis, of hetgeen men in de wandeling noemt inces nemen genomen is, maar ook voorheen beteekend heeft in 't algemeen afstand van zijn goed doen. |
Blz. 557, achter reg. 11 te voegen:
SNAPPEN, voor schielijk en als ter loops iemand opvangen, om hem iets te zeggen. Bij Kiliaan is het intercipere, raptim prehendere. Van eene zaak wordt het hier ook wel eens gebruikt, en in dien zin is het bij hem corripere, celeriter rapere. |
Blz. 604, achter reg. 5 te voegen:
Lijftucht leest men in het Hunsingo-Landrecht, 3. Boek, blz. 70 en volgg. der uitgave van 1679. Tuchtgebruik, d.i. togtgebruik, voor vruchtgebruik, wordt gevonden in de Ordonnantie op het weeshuis te Breda, art. 28, bij van Ghoor, Beschr. van Breda, blz. 117. |
Blz. 633, achter den laatsten regel te voegen:
Den koop verdieren komt voor in mijne M.M. Costumen aangaande de manier van procederen van Breda. |
Blz. 655, achter reg. 4 van onder te voegen:
In het Friesch is witta een band; zie de aanteekeningen op de Friesche Wetten, bl. 1. |
|
Blz. 719, reg. 10. Ik ben onlangs onderrigt, dat het vogeltje, waarvan hier gesproken wordt, 't zelfde is, als de bastaard-nachtegaal. |
|
|