dit oogmerk min of meer geslaagd zijn, zal ik mij de moeite, welke ik hiertoe besteed heb, niet alleen getroosten, maar zelfs dubbeld beloond achten.
Ik weet, dat vele der hier voorkomende woorden en spreekwijzen niet uitsluitend Bredaasch zijn, maar ik heb mij veroorloofd dezelve te plaatsen op het voorbeeld van wijlen den Hoogleeraar Wassenbergh, die in zijn Idioticon Frisicum verscheidene woorden heeft opgenomen, welke genoegzaam overal in Noord-Nederland gebruikt worden, en ben tevens bewust, dat, indien de stand, waarin het der goede Voorzienigheid behaagd heeft mij te plaatsen, mij aanleiding gegeven hadde onder geringere volksklassen te verkeeren, ik dezelve nog aanmerkelijk zoude hebben kunnen vermeerderen. De ware volkstaal toch moet in den omgang met dezelve opgedolven worden, zoowel als bij onze vroegere schrijvers, welke ik niet opzettelijk wilde herlezen, met oogmerk, om dit werk met eene ijdele praal van geleerdheid op te sieren. Voorts zal de Lezer hier eenige woorden kunnen vinden, welke reeds door mij in andere werkjes zijn behandeld, dan ik heb gemeend hun die niet te mogen onthouden, daar deze geschriften voorzeker niet in aller handen zijn.
Het zal misschien den eenen of anderen, die een mijner voorheen in het Nederlandsch uitgegevene stuk-