| |
| |
| |
Record nog steeds op zijn naam: Desiré Delano Bouterse (ex-Regeringsleider en ex-Bevelhebber van het Nationaal Leger)
Behalve dat hij de contemporaine Surinaamse geschiedenis is ingegaan met voor één man zoveel verworvenheden: Leider van de 1980-Revolutie, voorzitter van de gezaghebbende Nationale Democratische Partij, de eerste en vooralsnog enige Adviseur van Staat en voorzitter van het Surinaams Olympisch Comité, blijkt de geëngageerde Desiré Delano Bouterse vooral in zijn jonge jaren ook op sportgebied zich niet onbetuigd te hebben gelaten.
Te Domburg geboren op 13 oktober 1945 heeft ‘Baas’, zoals hij door zijn partijgenoten makkelijk wordt aangeduid, het eerste deel van zijn jeugd doorgebracht in het toen zeer vermaarde jongensinternaat ‘Bonifaas’ van de fraters van Tilburg, waar sport en studie wezenlijke bestanddelen uitmaakten van het vormingsproces. De jonge Desi liet reeds daar op verscheidene gebieden van zich spreken en toonde zijn vooralsnog latente leiderscapaciteiten.
Als volwassene werd hij vaker in één adem genoemd met allroundsporters als Ludwig de Sanders, André Kamperveen, Frank Moll, Jacques Promes e.a.
| |
Allrounder
De flink uit de kluiten gewassen districtsjongen scheen zichzelf de opdracht gegeven te hebben, waar enigszins mogelijk, niet onder te doen voor zijn stadskameraden en verwerkte gezapig de liefde voor de sport, die hem werd ingegeven.
Na de mulo-school te hebben doorlopen, ging hij voor korte tijd werken, maar op advies en instigatie van de Fraters van Tilburg ging hij weer naar school. Nu de middelbare Handelsschool en. de sportbeoefening zou hem altijd blijven kriebelen, fascineren en bezielen. Goed nagegaan is er moeilijk een bij ons toen populaire tak van sport aan te wijzen, waar deze Desi Bouterse zich niet aan heeft gewaagd en alles in het werk heeft gezet om zijn mede- en tegenstanders de loef af te steken: voetbal, atletiek (hardlopen en zwemmen), boksen, troefcall, schaken.
| |
Boksen
Boksen of beter gezegd toen ‘sportief op elkaar rammen’ begon hij op het erf van de tante van een vriend,
| |
| |
Gerard Alberga’ aan de Ma Retraiteweg. Deze sloeg hem in een zogenaamde oefening prompt knock-out, iets dat hij zich tot nu toe goed herinnert. Later stelde hij zich onder training van bokser Riedewald, waar hij vriend Alberga weer tegenkwam en van beiden mocht hij zich de elementaire beginselen van de bokssport eigen maken. Voorwaar een voortreffelijke leerschool, want later, in Nederland op de sportschool liep hij als bokster in de top.
| |
Basketbal
Basketbal speelde hij al in zijn Bonifaasperiode en wel voor de vereniging Trainers, later ook voor Blue Birds (1963). Zijn vereniging wist de toen onoverwinnelijk geachte verenigingen als De Arend, Indepediente en C.L.D te verslaan en het kampioenschap te behalen.
| |
Schaken
Met schaken, dat lang niet zo populair was als nu en in het algemeen bij voorkeur beoefend werd door maatschappelijk beter gesitueerden (bijv. een Mr. Barend c.s.) bereikte hij op 15-jarige leeftijd het hoogste niveau voor die tijd, met name kwalificatie voor de hoogste klasse, terwijl hij op de mulo-school de ongeslagen kampioen was. (De wedstrijden werden in een der lokalen boven in de Hendrikschool gespeeld). Het internaat begroette hem steeds in de eerste 3.
| |
In 't buitenland
In 1968 vertrok Desi naar Nederland om er te studeren. Daar kwam hij ter vervulling van de dienstplicht terecht in het leger.
Ook in het buitenland (Nederland en Duitsland) heeft hij als sportman furore gemaakt. Rijper geworden had hij geleerd zich in te stellen op nieuwe dingen: nieuwe ideeën die baan breken, nieuwe menselijke relaties, nieuwe technische mogelijkheden en nieuwe levensomstandigheden, die alle een dwingend beroep doen op des mensen adaptatievermogen. Bouterse vond er zijn weg. In Nederland heeft hij 52 jaar in het nationaal militair team (Basketbal) een vaste plaats gehad en hij heeft daar ook gespeeld in de eredivisie.
Hij liep er geregeld de 1500-, de 3000-, de 5000- en de 10.000m. en nam ook deel aan de halve marathon. In 1974 werd hij geselecteerd om in het Nederlands team de 10 km te lopen in Zwitserland. Dit vond echter geen voortgang, wijl hij het druk had met de voorbereidingen tot terugkeer naar zijn geliefd Switi
| |
| |
Sranan. Wel liep hij nog in Duitsland als enige militair in het team de 5 km onder de 14 minuten. In Duitsland (bij de NAVO) was hij ingedeeld bij de militaire sportafdeling, van waaruit hij vele malen op de nominatie voorkwam voor deelname aan verschillende sportevenementen.
| |
Terug thuis
In 1975 (het jaar van onze Onafhankelijkheid) verliet de 30-jarige, onverminderd ambitieuze Desiré Delano Bouterse, samen met anderen, Duitsland op weg naar huis, nadat daar de Surinaamse majoor Hein Leeuwin verschenen was om er voor het Surinaamse leger in de nieuwe republiek Surinaams militair kader aan te werven.
De politieke wederwaardigheden des heren Bouterse, die nauw verbonden zijn aan de loop van onze geschiedenis worden ter beschrijving en vastlegging voorzichtigheidshalve aan bekwame historici overgelaten, maar hier mogen wij stellen, dat wij hem als sportmakker sinds zijn terugkeer hebben begroet en beleefd bij verschillende sportevenementen, vooral als hardloper. Zelf zegt hij met dit hardlopen eigenlijk te laat te zijn begonnen. Aanvankelijk ging het erom t.b.v. onder meer het basketballen (in Nederland) zijn conditie te verbeteren, conditietraining dus. Gaandeweg kreeg hij meer en meer de smaak te pakken en ontdekte hij bij zichzelf nieuwe mogelijkheden. Zo kwam hij terecht in atletiekverenigingen, waar hij successievelijk zijn prestaties leerde verbeteren en wegwedstrijden liep.
Desi heeft o.a. deelgenomen aan de 15 km. (1977) en .... middelerwijl wacht hij nog steeds op de man die zijn record ‘15 km. in 47.16’ verbetert.
| |
Als SOC-voorzitter
De verkiezing van Desi Bouterse tot voorzitter van het Surinaams Olympisch Comité is volgens analisten een gevolg van zijn buiten twijfels verheven liefde voor sport, zijn progressieve visie aangaande de sportontwikkeling te onzent, zijn groot organisatievermogen, zijn durf en zijn sociabele attitude. Tevens getuigt de keuze der sportbonden van de drang naar een sterke arm, die planmatig en krachtdadig kan leiden tot daadwerkelijke ontwikkeling van onze sport.
De SOC-voorzitter heeft zich bereids ernstig
| |
| |
voorgenomen zoals hij het zegt en hij is gewend de daad bij het woord te voegen B om aanvangende januari 1999:
- | Gemotiveerdheid bij alle bij het SOC betrokkenen tot stand brengen, in stand te houden dan wel te vergroten; |
- | Vooral de lidbonden zich bekendheid doen verwerven aangaande de vele mogelijkheden die het SOC te bieden heeft; |
- | Informatie te verschaffen over hoeveel er te halen en te doen is voor jonge sporters, voor vrouwen in de sport, voor nieuwe takken van sport, zoals b.v. slagbal; |
- | De betrokkenheid van de bonden aanzienlijk te vergroten bij de beleidsvoorbereiding en uitvoering. |
Het Comité is dus ernstig van plan het maximale uit het door het IOC (Olympic Solidarity) gebodene te halen aan buitenlandse trainingen, projecten, scholarships en noem maar op. Tegelijk zal een gedegen, gerichte voorlichting ter hand worden genomen. Kortom: het SOC zal een hele ‘transformatie’ ondergaan, hetgeen een noodzaak is, omdat er heel veel sporttalent onder ons volk (onze jongeren) leeft, dat niet tot ontplooiing kan worden gebracht c.q. wordt gebracht. De organisatiegraad en het management bij de bonden zal worden aangepakt op deskundige wijze. Als een prealabele maatregel heeft het bestuur zich verzekerd van de begeleidende medewerking van de vorige voorzitter, de heer Baltus Oostburg, die over een 30-jarige ervaring beschikt die niet onbenut mag blijven. Ook is een full-time directeur aangetrokken in de persoon van Orlando Renfurm (ex-directeur Sportzaken Minow) met een eigen kabinet.
Tevens zal voor behoorlijke faciliteiten t.b.v. de verschillende takken van sport worden gezorgd; faciliteiten die voldoen aan de eisen van de tijd, omdat slechts door deze up-to-date voorzieningen en deskundige begeleiding ooit van topprestatie sprake kan zijn.
De SOC-voorzitter zegt qualitate qua te willen meemaken, dat de Surinaamse vlag vaak in de grote sportwereld trots wappert, ten blijke dat ons land internationaal de eerste sportplaats bereikt heeft.
Nu Desiré Delano Bouterse de leiding heeft van het SOC, leeft bij heel velen de verwachting, dat deze sportman-bij-uitstek alles, maar dan ook alles wat in
| |
| |
zijn vermogen ligt (en dat is heus niet weinig!) zal aanwenden tot ontwikkeling van onze sport naar wereldniveau.
Deo volente!!!
Het op 26 februari 1998 gekozen SOC bestaat verder uit:
- Selwyn Ballijn |
Secretaris-Generaal |
- Oscar Brandon |
Commissaris |
- Gerard van Dijk |
Penningmeester |
- Verdi Getrouw |
Ondervoorzitter |
- Lamure Latour |
Commissaris |
- Humbert Pinas |
Commissaris/Publiciteitsman |
- R. Rakijo |
Secretaris |
- A. Somedjo |
Commissaris |
Apropos! Tot slot: Eén van Bouterse's grote hobbies is het veteranenvoetbal en in weerwil van zijn voortdurende geoccupeerdheid weet hij toch nog de tijd te maken voor een partijtje in het Willibrod Axwijk sportcentrum (vroeger SOSIS). Desi heeft zich ook jarenlang verdienstelijk gemaakt in het populair veteranenelftal ‘Dynamo Moskou’ van de voetbalmakelaar Zebeda, alias ‘Zeb’, alias Altavini (naar een topper in Brazilië, gelijke van Pele), somwijlen ook Idi Amin genoemd. In dit team kwamen o.m. voor André Kamperveen, Rudolf Mokkum (Dodo), William Zorgvol, Stanley Derby, Arnold Miller (Zebeda), ‘Oom’ Desi Samsom, August Plein en Orlando Triebel.
Desi Bouterse (hurkend 3e van links)
|
|