Sporthelden uit ons verleden. Deel 1
(1980)–Guno Hoen– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 191]
| |
[pagina 200]
| |
Frederik Hendrik Sweet Geboren op 15 november 1911. | |
SchoolopleidingDoor bijzondere omstandigheden, aldus Frederik, heb ik geen geweldige schoolopleiding kunnen genieten. Mijn ouders waren daarvoor niet kapitaalkrachtig genoeg. Ik bezocht de St. Petrus R.K. lagere school tot de hoogste klasse, maar kwam niet in het bezit van een diploma. Nadien verdiepte ik mij in het timmervak en genoot mijn basisopleiding in de R.K. timmerwerkplaats van de Fraters. | |
SportReeds op heel jeugdige leeftijd startte ik met straatvoetbal. Ik verkeerde toen in de gelukkige omstandigheden geboren en getogen te zijn aan de Prinsessestraat waar de meeste nationale voetballers van Suriname van destijds hebben gewoond. Zoals de Landkoers, Rijzenburg, Knel, de gebroeders Naloop, Belgrave, Frederik Markiet, Eugene Rene, Richenel Roosblad, e.a. Ik heb enorm van deze topbegaafde spelers geleerd. Des zondags werden er zeer spannende partijtjes georganiseerd tussen vis passie en bakka passie (voorstraat en achterstraat) spelers. De inzet bestond meestal uit grote bossen bacoven. Hans Nahar die een groot bacoven-eter was, verhuisde speciaal hiervoor naar zijn zwager Leo Tjon A Jong die aan de Prinsessestraat woonde, om in de ploeg van ‘vis passie’ mee te spelen. Dat waren toch tumult wedstrijden. | |
In TopvoetbalReeds op de leeftijd van ongeveer 20 jaar had ik een behoorlijke voorsprong op anderen met voetballen. Na korte tijd in het tweede elftal van Olympia te hebben gespeeld, werd ik in het eerste elftal opgenomen. Olympia was bij de NGVB aangesloten. In dit verband heb ik Suriname verschillende keren vertegenwoordigd o.a. in wedstrijden tegen teams van Demerara. Ik kan mijn nog zo goed het verloop van een voetbaltoernooi van | |
[pagina 201]
| |
de maand mei 1937 heugen. Het ging om het ‘Walcot toernament’. De spelers die samen met mij naar Demerara vertrokken waren om aan dit toernooi deel te nemen, waren Kluivert, Khun Berkeveld, Schoonhoven, Kershout, Moe, Veldhuizen, Knel, Walther Amo, Fredje Veira, Holtuin, Rayman en Holland. Leider van de ploeg was meester Amo. Het NGVB team had in de eerste wedstrijd tegen Demerara gelijk gespeeld, maar raakte twee spelers kwijt voor de tweede ontmoeting daar deze geblesseerd waren geraakt. Dat waren Charles Knel, later ook doelverdediger van het nationaal elftal van de SVB en ik. Wij zaten een beetje fout en zout natuurlijk om een goede vervanging. Vooral voor het doel. De beste doelverdediger destijds was Walther Amo. Wegens bijzondere omstandigheden had hij de trip, die wij per schip gemaakt hadden, niet kunnen meemaken. Door de leiding van het team werd per telegram kontakt opgenomen met bestuursleden van de NGVB in Suriname, die op hun beurt de moeilijkheden voor het gaan van Walther Amo naar Demerara uit de weg ruimden, zodat deze zich per vliegtuig toch kon aansluiten bij de ploeg voor de andere wedstrijden. | |
The man with a thousand armsIn Demerara was intussen het bericht overgekomen, dat Amo bij de tweede wedstrijd het doel van NGVB zou verdedigen. Het werd een sensatie. Voor de wedstrijd stonden overal op muren, pamfletten, op bioscoopdoeken, enz., foto's en tekeningen van doelman Amo uitgebeeld met enorm veel handen en het onderschrift ‘The man with a thousand arms’. | |
Suriname VerloorDit mocht echter niet verhinderen dat wij de wedstrijd toch verloren. Het eivol stadion zag Walther in een goede vorm. Hij stopte zelfs drie penalties, maar wij gingen toch in de boot met 4 - 0. Dat was een van de zwarte dagen in mijn loopbaan als sportman. Later zou ik vooral met wielrennen meer moeten ervaren. Het toernooi in haar geheel werd toch door ons gewonnen daar wij in de laatste game met de eer gingen strijken. | |
[pagina 202]
| |
Naar de SVBNa verschil van mening bij de NGVB, verhuisde ik van deze organisatie naar de SVB. Ik werd door de nestor van Transvaal van toen nl. de heer Wim Bos Verschuur, voor deze club aangetrokken. Samen met topspelers, zoals doelman Knel, die zich intussen ook bij de SVB had aangesloten, e.a. zoals Nelom, Zwakke, George Spier, Doesburg A. en B., Kortram, Belgrave, Elshot, George Straal heb ik jaren in het eerste elftal van Transvaal gevoetbald. Ik herinner mij nog een wedstrijd tegen een team van Moengo, die voor eeuwig in mijn geheugen gegrift is. Met een bootexcursie had transvaal een boezoek aan Moengo gebracht. Het doel was van zelfsprekend voetbal. Tot en met de rust had het team van Moengo een voorsprong van 2 - 0. Transvaal won in de eindfase deze wedstrijd toch, dankzij uitstekend voetbal in de 2de helft van Transvaal. Mijn aktieve voetballoopbaan heb ik uiteindelijk toch op het NGVB terrein afgesloten. Dat was in Home Guard, een vereniging van Paranam Werknemers. | |
Op de fietsParanam herinnert mij dadelijk aan de dag toen ik noodgedwongen voor het eerst op een fiets sprong om naar Paranam te rijden. Deze stunt zou mij later inspireren om aan wielerwedstrijden deel te nemen. Dit mag gerust beschouwd worden als het begin van mijn karriere als wielrenner. De reden waarom ik op een goede dag het besluit nam om dagelijks per fiets naar mijn werkplaats Paranam en terug naar Paramaribo te gaan was de volgende: Voordien bereikte ik mijn werkplaats per auto van de heer Johan Reyke. Ook wel genoemd Ba Joewang. Het was dagelijks een gewoel naar en van het werk om een plaats in de bus te bemachtigen. Meestal gebeurde dit niet zonder stootof vechtpartij. Want wie de bus gemist had, had meestal geen kans op ander vervoer en dat betekende dat je naar Paramaribo moest lopen of je moest ergens in de omgeving verblijf zoeken. Bij een van de hosselpartijtjes om een plaats in de bus van Ba Joewang te bemachtigen, gebeurde het dat een zekere Terzol mij van | |
[pagina 203]
| |
mijn zitplaats, die ik met veel moeite had ingenomen, wegtrok. Later was komen vast te staan dat de aanvaller ook nog een mes in zijn bezit had. Hij greep mij bij de arm, trok mij uit de zitbank en gooide ook nog mijn trommel, waarin ik mijn eten voor het werk meenam, omver. U begrijpt dat deze handeling mij een beetje te grof was. Zo'n belediging mocht je als man niet zo maar nemen. Ik pakte die vent in een solide greep vast (jokko). Niemand durfde er tussen te komen. Ik liet hem pas vrij op het moment toen Ba Joewang op Poelepantje bij de politiewacht de auto stopte en ons aan de wachtdoende agent overdroeg. Met een schuimmond, in bewusteloze toestand, werd mijn aanvaller naar het Hospitaal vervoerd. Pas na dagen ontwaakte hij uit zijn bewusteloosheid. Al die tijd werd ik door de politie vastgehouden. Nadat ik was vrijgelaten, maakte ik kontakt met een goede vriend van mij, de heer Biel Bromet, nu wijlen. Ik vertelde hem wat mij was overkomen. Mijn verzoek om een rijwiel op rekening te krijgen werd door deze rijwielhandelaar ingewilligd. Ik had mijn lesje geleerd en wilde het vermijden nogmaals problemen te krijgen met mensen voor een plaats in de bus. Vanaf dat moment heb ik dagelijks van Paramaribo naar Paranam en terug gefietst. Dit heb ik zo ongeveer 30 jaar volgehouden. Hierdoor raakte ik geinspireerd om mij later te wagen aan wielerwedstrijden waarmee ik vaak suksessen heb gehad. | |
WielrennenIn 1948 nam Sweet voor de eerste keer deel aan wegtoerfietsen wedstrijden. Zijn aanleg kwam toen reeds tot uitdrukking. In een nek aan nek race met de befaamde Wilfred Kross, eindigde Sweet tenslotte op de 2de plaats in deze race. Ook in 1949 herhaalde deze geschiedenis zich en wist Kross op het nippertje Sweet van de 1e plaats weg te houden. In 1950 werd de toerfietsen race afgeschaft en werd deze vervangen door racefietsen. Met z'n racefiets die hij tot vandaag nog heeft van oud model, maar die nog in een zeer goede staat verkeert had Sweet reeds dadelijk succes. Hij won n.l. het eerste tussentijdse kampioenschap. | |
[pagina 204]
| |
Drie ronden van 7 km. De organisatie van deze race was in handen van Spes Patriae. Dit werd gedaan naar aanleiding van een of andere lustrumviering van Spes. Sweet werd kampioen van deze race waaraan toprenners zoals: Kross, Lieuw A Ngie, Frank Mol, Brewster, Comvalius en Gummels deelnamen. | |
De nieuwe kampioenIn 1952 onttroonde Sweet de formidabele Wilfred Kross, de man die toen de meeste kampioenschappen van Suriname op z'n naam had staan. Achttien wielrenners verschenen aan de start van deze race waaraan een extra lapprijs verbonden was, wat inhield dat de rijder die als eerste de eindstreep passeerde een lapprijs van vijf gulden ontving. Sweet had hiervoor nooit belangstelling, daar hij om taktische redenen aan het begin van de race achter de tegenstanders hun verrichtingen bleef volgen. Hij bleef op korte afstand de kopgroep in de gaten houden. Op het moment dat de andere renners tekenen van vermoeidheid toonden verhoogde Sweet zijn tempo. Het gelukte hem meestal in te lopen en een behoorlijke voorsprong te ontwikkelen op de kopgroep. Bij deze race gingen zoals eerder gezegd 18 renners van start waarvan slechts 8 de finish haalden. In de vierde ronde had Sweet het geluk om een grote voorsprong te krijgen op zijn rivaal Kross wiens fiets defekt raakte. Sweet kwam met nog vier renners in de kopgroep te zitten. Dat waren Gummels, Lieuw A Ngie, Comvalius en Brewster. In de 8e ronde maakte hij een uitlooppoging. Dit deed hij op de hoek van de Gravenstraat en de Wanicastraat. Ter hoogte van de Weidestraat-Wanicastraat in de omgeving van Zwembad Parima had Sweet een voorsprong van ongeveer vierhonderd meter op zijn achtervolgers. Hij maakte de fout om om te kijken hetgeen hem enigszins noodlottig kwam te staan. Zijn fietsketting sprong op dat moment van zijn fiets, waardoor zijn achtervolgers met het grootste gemak ter wereld hem inhaalden. In een minimum van tijd herstelde Sweet zijn rijwiel. De kopgroep had op dat moment een behoorlijke voorsprong genomen. Sweet was nuchter genoeg om te begrijpen dat het niet gemakkelijk was om deze flinke voorsprong weg te maken. Zijn grootste rivaal | |
[pagina 205]
| |
W. Kros - als.eerste over de eindstreep.
n.l. Kross had zich nog niet hersteld en was toen nog ver achter. Het gelukte Sweet na heel veel inspanning om in de 11e ronde de kopgroep aan de Kwattaweg in te halen. Intussen had Kross zich nu prachtig hersteld en was heel dichtbij het voorpeleton genaderd. De verschijning van deze formidabele rivaal joeg de koplopers de schrik op het lijf. Sweet was echter vast van plan de race te winnen en zelfs een Kross zou hem daarvan niet kunnen weerhouden. Na jarenlange studie had Sweet de zwakke plekken van Kross bestudeerd. Het geloof in de overwinning, geput uit het feit dat hij in deze race kans had gezien een achterstand in te lopen gaf hem de spirit om door te zetten. Met deze heldenmoed en groot geloof reed Sweet met vaste overtuiging de eindstreep tegemoet. Hij spande zich in de Kwattaweg tot het uiterste in, en het gelukte hem om de kopgroep met Kross incluis links te passeren. | |
[pagina 206]
| |
Het was in de 15e en laatste ronde. Sweet gaf deze voorsprong niet meer prijs. In volle concentratie spande hij zich tot het uiterste in en passeerde met een niet al te grote voorsprong als eerste de eindstreep. Het was Sweet na jarenlange training en inspanning eindelijk gelukt om wegkampioen te worden. Voor 1952 was het Sweet met alle inzet nooit eerder gelukt om als eerste van een grote race te eindigen. Trots hij vaak grote afstanden voorlag op zijn concurrenten was er altijd weer iets dat hem dwarsboomde. |
|