Nieuwe proeve van klijne gedichten voor kinderen(1778)–Pieter 't Hoen– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina t.o. 179] [p. t.o. 179] aan een jarig meisje. ............... uw moeder, Die zoo minnelijke moeder, Is gestorven op dees dag!> bl.179. [pagina 179] [p. 179] Aan een jarig meisje; welks moeder op deszelfs verjaardag gestorven was. Ongelukkig, teder schaapje! Voelde gij wat bittre slag U ter nedervelt; uw moeder, Die zoo minnelijke moeder, Is gestorven op dees dag! Op dees dag, waar op de blijdschap U als Jaarig kroonen zou; En het huijs van vreugd doen daavren; ô Wat had die goede vrouw Tot dit feest al niet vervaardigd! Nu verzinken we in verdriet. Minlijk meisje; spaar uw lagchjes, Die onnoosle lieve Lagchjes! Ach, gij kent uw rampspoed niet. Met wat Liefde, met wat teerheid Troetelde u dat moederhart! Als ge lagchte, moest zij lagchen, Als ge schreijde, had ze smart. Moest zij dag en nagt schier tobben Met u, 't heeft haar nooit verveelt, [pagina 180] [p. 180] Nooit doen klagen, door één lonkje Was die smart wel draa geheeld. Ach, die brave, lieve moeder Mist gij nu; zij ligt ter neer! Wat ge weêr vindt, zulk een moeder, Zulk een teedre lieve moeder, Vindt, ge ô wigtje! nimmer weer. Vorige Volgende