Nieuwe proeve van klijne gedichten voor kinderen(1778)–Pieter 't Hoen– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina t.o. 163] [p. t.o. 163] samenspraak. Jongen! zeker - zoo veel geld! bl.163. [pagina 163] [p. 163] Samenspraak. Claas. Mie! geen één zoo blij als ik; ô Ik ben zoo in mijn schik. Kijk eens wat ik heb gekregen! 'k Had verscheide Jongens tegen, Maar mijn werk behield het veld. Mietje. Jongen! zeker - zoo veel geld! 'k Wou zoo'n prijs ook wel eens winnen. Claas. Leer dan gaauw en netjes spinnen. - Meisjelief; ik was zoo blij Toen ik 't won en nog daar bij Zeiden mij die braave Heeren; ‘Jongen; gij moet vlijtig leeren, ‘En steeds vordren in de kunst; ‘Dan zult gij altoos in gunst ‘Van den Vaderlander wezen. ‘Wil voor uw bestaan niet vreezen. [pagina 164] [p. 164] ‘Elk van ons, als gij 't verdient, ‘Is uw Vader en uw vriend. Mietje. 'k Wil u niets gewonnen geven; 'k Zal ook naar dien eerprijs streeven, En eens tonen wat ik kan. Jan. Dat is goed, mijn Mietje; dan Wordt de prijs u toegewezen, En gij net als ik geprezen. ô Dat moedigt ons zoo aan, Om weêr naar een prijs te staan, En door vlijt, hun, die ons loonen, Onze Dankbaarheid te toonen. Vorige Volgende