Nieuwe proeve van klijne gedichten voor kinderen

[p. t.o. 83]

pietje en zijne moeder.
Zie dit lieve vogelnestje
Viel door 't stormen flusjes neêr.
bl.83.

[p. 83]

Pietje en zijne moeder.

de moeder.

Pietje, hoe! gij zit te schreijen;

Zeg, wat scheelt u toch mijn kind?

Hebt gij eenig goed verloren?

pietje.

Moeder, och! de wind, de wind;

Och! gij hebt hem horen huilen.

de moeder.

Wees niet bang! het waait niet meer,

pietje.

Zie dit lieve vogelnestje

Viel door 't stormen flusjes neêr.

De eitjes zijn aan stuk gebroken.

Ik beklaag dit ongeval:

Ik beklaag het arme beestje,

Dat zijne eitjes zoeken zal.

ô Hoe zal het vinkje treuren!

[p. 84]

 

de moeder.

 

Is dit de oorzaak van uw smart?

 

Gij doet mij van blijdschap schreijen

 

Om uw medelijdend hart.

 

Kom mijn Pietje, gaa met moeder;

 

'k Heb nog wat voor u gespaard

 

Van het suikergoed van gistren;

 

't Is voor u, gij zijt het waard'.