Nieuwe proeve van klijne gedichten voor kinderen(1778)–Pieter 't Hoen– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina t.o. 73] [p. t.o. 73] het roosje. Dus is al het goed der aarde; Sprak de moeder, lieve Jan; bl.74. [pagina 73] [p. 73] Het roosje. Moederlief; ik schonk het roosje, Dat gij mij gegeven hadt, Aan mijn klijne zusje Coosje, Wijl ze 'er schreijend mij om bad; 't Schoone bloempje hield haare oogen Van verwondring opgetoogen. Lagchend schonk ze mij een kusje; ô Haar blijdschap was zoo groot. Dan stak zij het op haar mutsje, Dan lei 't weder in haar schoot. Al haar speelgoed was niets waerdig; 't Roosje alleen was schoon en aerdig. 'k Zag hoe zij haar blanke vingren, Aardig in de roozeblaên Wist te menglen en te slingren; Maar, helaas! 't was ras gedaan. Wijl ze 't in haar vuistjes drukte, En terstond aan stukjes plukte. [pagina 74] [p. 74] Dus is al het goed der aarde; Sprak de moeder, lieve Jan; Dat, hoe schoon, hoe groot van waarde, Niet altoos vermaken kan. Goedren, die niet eeuwig duuren, Zijn een vreugd van weinig uuren. Vorige Volgende