Nieuwe proeve van klijne gedichten voor kinderen(1778)–Pieter 't Hoen– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 67] [p. 67] Pietje en Grietje. Pietje had verschil met Grietje, Wie het meest had roem verdiend. Zeker, dat ben ik, sprak Pietje. Neen, antwoorde Grietje, vriend; Denkt ge dat, dan zijt ge blind; Ik, ik ben het beste kind. Gij? en dat waarom? zei Pietje. Om dat ik het beste leer, En mijn lessen ken, sprak Grietje. Ik, zei Pietje, ken die eer Gij nog aan uw les begint. Ik, ik ben het beste kind. Altoos speeltge, antwoorde Grietje; Ik verwaarloos nooit mijn, tijd. Ieder, dus antwoorde Pietje, Mint mij om mijn lust en vlijt. Zelfs de meester is mijn vrind; Ik, ik ben het beste kind. [pagina 68] [p. 68] Moeder kwam en sprak, hoor Pietje; Eigen lof is nimmer goed. Wie van u, 't zij gij, of Grietje, 't Kwade laat, en 't goede doet, God en ouders 't meest bemint, Die, die is het beste kind. Vorige Volgende